Anke is stagiaire bij Psychosenet België. Ze was aanwezig bij de derde lesdag van de Masterclass Herstelgerichte psychiatrie. Daar kwam professor Peter Rober vertellen over het belang van familie in herstel. Lees hier Ankes verslag.
Maandag 16 december 2019 was ik aanwezig op de derde lesdag van de masterclass ‘herstelgerichte psychiatrie’. De spreker van vandaag was Peter Rober. Hij is klinisch psycholoog en gezinstherapeut in het UPC KU Leuven. Bovendien is hij verantwoordelijk voor de opleiding relatie- en gezinstherapie.
We werden ondergedompeld in de gezinstherapeutische kijk. Er werd ons heel wat informatie bijgebracht over het werken met de context van diegene die psychisch lijdt.
Het gezin als oplossing
Nadat Peter zichzelf had voorgesteld, ging hij van start met een kennismakingsrondje waarbij hij peilde naar de mate waarin iedereen al dan niet met gezinnen werkt. Tijdens dit rondje geeft hij meteen de belangrijkste les van vandaag mee. Als we één iets moeten onthouden van vandaag, dan is het: “Werk niet met het gezin omdat de oorzaak van het probleem daar ligt, maar omdat het gezin kan helpen een oplossing te bieden.”.
Vervolgens toonde hij een filmpje van het, voor mij onbekende, Rat Park experiment. Dit is een onderzoek naar het drugsgebruik in de jaren 70. Ratten werden helemaal alleen in een kooi geplaatst waar twee waterflessen beschikbaar waren. In de ene fles zat water, in de andere drugs. De ratten dronken herhaaldelijk uit de flessen met drugs. De onderzoeker stelde zichzelf de vraag of dit gedrag voortkwam uit het feit dat de drugs werd aangeboden of uit de setting waarin ze zich bevonden.
De ratten werden in rattenparken geplaatst. Hier hadden ze vrijheid en de kans om te socialiseren. Ze kregen toegang tot dezelfde twee flessen. De ratten in het rattenpark gaven voorkeur aan de waterfles met het gewone water. De setting waarin ze zich bevonden, was dus van groot belang.
Als we dit representeren op patiënten, is dit experiment een mooie link om aan te tonen hoe belangrijk het is om de context van de patiënt te betrekken.
Aansluitend vertelde Peter over een casus uit zijn eigen praktijk. Zo was er een casus waarbij de patiënte zelf niet aanwezig was op het gesprek. Peter verkreeg het gevoel dat hij niets te bieden had, maar kreeg de dag nadien een bedankingsmail van de moeder.
Hij gebruikt deze casus om aan te tonen dat niet-liefdevolle families een uitzondering zijn. Twee deelnemers geven aan dat ze hier niet mee akkoord gaan. Ze krijgen te maken met heel wat ontwrichte gezinnen. Volgens Peter is de band steeds aanwezig en moeten we ook deze gezinnen een kans geven.
Dichtbij alle personen
Nadien kregen we een filmfragment uit “Ponette” te zien. Dit gaat over een meisje wiens moeder overlijdt. We zien hoe moeilijk vader en dochter het hebben en hoe ze troost zoeken bij elkaar. Peter gaf ons de oefening om voor onszelf na te gaan bij wie we ons het meest aangesloten voelen, vader of dochter. Als hulpverlener is het belangrijk om dicht bij alle personen te staan.
Daarna vertelde Peter ons aan de hand vaan een casus over de bezorgdhedenvragenlijst. Dit is een vragenlijst waar ieder gezinslid aangeeft wie de meest bezorgde persoon is en waarom deze persoon bezorgd is. Vervolgens moet ieder lid ook aangeven hoe bezorgt hij of zij zelf is en waarom. Aan de hand van deze vragenlijst wordt de focus gelegd op de bezorgdheden en op de aarzelingen. Belangrijk om te onthouden is dat deze vragenlijst niet werkt in alle situaties, maar dat het een goede start is om het gesprek mee te starten.
Peter hecht ook veel belang aan feedback. De focus op feedback gebeurt ook aan de hand van een vragenlijst. Alle leden dienen deze vragenlijst in te vullen en deze feedback wordt tijdens de volgende sessie besproken.
Één van de deelnemers geeft aan feedback zeer belangrijk te vinden. Maar vaak is feedback of kritiek welkom tot het effectief zo ver is. Dan zijn de hulpverleners niet gediend met feedback. Peter kan dit bevestigen en zegt dat we deze kritiek moeten gebruiken om nadien verder aan de slag te gaan.
Tot slot kregen de deelnemers tijd om alle input van vandaag te bespreken in kleine groepjes. Hier moesten ze nadenken over twee vragen: Hoe kan ik het gezin meer in het werk betrekken en hoe ga ik om met feedback?
Aan het einde van de oefening lieten de deelnemers weten dat dit zeer boeiende stof was. Eerst kijken waar de persoon zelf nood aan heeft, vinden ze ook zeer belangrijk. Ze geven aan dat ze de vragenlijsten voor bezorgdheden en feedback zeer waardevol vinden.
Één van de deelnemers gaf aan niet met gezinnen te werken, waardoor hij dacht dat deze lesdag voor hem niet veel ging opleveren. Op het einde gaf hij aan dat ook hij heel wat zaken geleerd heeft.
Reacties: