Céline M., een ongewone persoon in een gekke wereld, neemt je graag mee op haar hallucinante, creatieve wegen. Daar waar psychose plaats maakt voor woorden, vindt ze een niet achterhaalde taal in haar verhaal.
Céline is 39 jaar en wordt onder lotgenoten wel eens als een draaideur patiënt omschreven, in en uit de psychiatrie. Ze registreert over maatschappelijke thema’s, over haar kwetsbaarheid en ervaringen. Soms met een filosofische toets, dan weer humoristisch. Alleszins in haar traject naar herstel schrijft Céline graag dingen van zich af. We verwelkomen haar graag als gastblogger op onze website.
Wachten. Ik weet niet goed waarop
Heel even leek het alsof het enkel de poetsman was en ik, toen de afkick van medicijnen begon. Hij deed een praatje met een medepatiënte in haar kamer. Het leek een kennismakingsgesprek, in het Engels. Ze wensten elkaar het beste toe nadat ze hem vertelde dat ze donderdag naar huis gaat. Ondertussen zit ik, met de nodige portie angsten en onrust te wachten, ik weet niet goed waarop. Mijn telefoongesprek met Bieke werd onderschept omdat het CGG haar belde. In de gang ontstaat paniek, iedereen van het team verzamelt en ik hoor stemmen vragen, “waar is Rudi?”. Rudi is een struise verpleegkundige.
Loos alarm
“Het is oke, alles is oke”, hoor ik herhaaldelijk vanuit de verte met opgeluchte ondertoon. Was het loos alarm? Iedereen stroomt terug naar vanwaar ie kwam.Vanwaar wat kwam? Dat weet ik niet precies, vanwaar ze zelf kwamen, maak ik er van. De poetsman heeft net gedaan met de kamer naast me. Ik vermoed dat hij nu aan mijn kamer zal beginnen. Ik hoop dat hij niet zal vloeken om de tabaksrestjes op de vloer. Want eigenlijk, tja, hij lijkt me erg sympathiek, om eerlijk te zijn.
Ziekenhuis als fabriek
Ik zit op de bank in de gang. De hometrainer voor me wordt, denk ik, niet vaak gebruikt. Op het einde van de gang staat een tafeltje met twee zeteltjes aan het hoge raam waarlangs je naar de werken op de baan kan kijken. Werken aan het ziekenhuis. Ik bedacht dat dit ziekenhuis een fabriek is dat uitbreidt om nog meer winst te maken. En gek genoeg stoorde deze gedachte me niet. Ik vond dat best in orde wanneer een ziekenhuis als fabriek fungeert.
Al schrijvend leek mijn afkick even minder zwaar
Terwijl ik schrijf valt het me op dat mijn afkick eventjes minder zwaar lijkt. De fysieke sensaties op de achtergrond en de heftige gedachten zijn even weg. Ik vergat als het ware de vloer te laten bewegen en niet te denken aan de verschillende dimensies waarin ik me op en af bevind. Het was als een oase van rust in de woestijn of toch een impressie ervan. Of een fata morgana die doorgaans terug verdwijnt om nadien weer even te verschijnen.
Een oase aan rust in sensaties van prikkelende afkick verschijnselen
Het doet me denken aan het grotteke vlak bij mij thuis. Het grotteke van Lourdes, waar het aangenaam vertoeven is. Al was het omdat er geen vandalisme te verkennen is rondom dit grotteke, ondanks alle mooie beeldjes rond en op de muurtjes. Beeldjes van Engelen, grote en minder grote. Ik word rustig en kalm van de uitstraling en de puurheid van de beeldjes. Deze beeldjes worden niet gestolen, niet gebroken, ze worden niet met graffiti bespoten en ze worden niet in het rond gesmeten. Dat is waarom ik met veel respect terug denk, aan het grotteke en haar beeldjes. Het is een zelfde soort fata morgana die ik creëer doorheen het schrijven, het afschrijven en beschrijven van mijn omgeving, vanuit mijn ziel of toch zoiets. Dat zorgt voor een oase aan rust in een woestijn vol gevaar, vol sensaties van prikkelende afkick verschijnselen.
Reageren kan via massienceline.3@gmail.com
Reacties: