Een familieopstelling is een vorm van psychotherapie die in de jaren tachtig van de vorige eeuw is opgericht door Bert Hellinger. De werkwijze valt onder ‘systemisch werken’. Dat wil zeggen dat het hele familiesysteem onder de loep wordt genomen.
Representanten
In een familieopstelling stelt de vraagsteller mensen op in een ruimte. Dit zijn de representanten. Zij representeren de familieleden in het familiesysteem van de vraagsteller. Deze representanten kunnen de rol innemen van levende maar ook van overleden familieleden. Ook is het mogelijk dat iemand een belangrijk thema van de vraagsteller representeert, bijvoorbeeld: de toekomst, nieuw werk, de dood, of een sterk verlangen. De reacties tijdens het representeren zijn dan ook geen toneelspel of knap acteerwerk. Het enige wat van iedereen wordt gevraagd, is zich aan het begin van de opstelling leeg te maken en zich open te stellen voor wat zich aandient.
Hoe een familieopstelling start
De groep zit met de begeleider(s) in een ruimte en één iemand brengt een vraag in. De begeleider gaat vooraf in gesprek met de persoon in kwestie over deze vraag. Meestal komt hier een wens uit voort. Deze wens zal de rode draad zijn voor de opstelling.
Het vraaggesprek vooraf
In het vraaggesprek wordt vaak gebruik gemaakt van een genogram, waarbij de familieleden op een flap-over in kaart worden gebracht. De overige mensen in de groep zitten erbij en luisteren aandachtig. Wanneer de begeleider voldoende aanknopingspunten ziet om een opstelling te starten, krijgt de vraagsteller de opdracht om bepaalde familieleden op te stellen.
Het neerzetten van de opstelling
De vraagsteller vraagt mensen uit de groep of ze representant willen zijn. Daarna zet de vraagsteller (niet met het hoofd, maar met gevoel) elke representant op een plek in de ruimte. Zodoende vertegenwoordigen deze mensen de familieleden uit het familiesysteem van de vraagsteller. Zodra iedereen is opgesteld, geeft de begeleider het sein om te starten.
Rust – spanningsvol – rustig
Vrij snel komt er een beweging op gang. Iedereen in de opstelling reageert onderling op elkaar, vooral wanneer er oogcontact met elkaar is. De vraagsteller en representanten doorlopen vervolgens een dynamiek die energetisch in rust begint –in spanning toeneemt –in spanning afneemt – en weer rustig wordt. Wanneer de rust voelbaar terug is, beëindigt de begeleider de opstelling en heeft de vraagsteller de taak om de representanten uit ieders rol te ontslaan. Dit doet de vraagsteller door de representanten bij hun echte naam te noemen.
Een helende beweging
De begeleider houdt nauwlettend kleine en grote veranderingen in de gaten en checkt bij de verschillende representanten wat ze ervaren. Dit kunnen gedachten, emoties, maar ook lichamelijke veranderingen zijn, zoals wiebelen, trillen, zweten, warme of koude voeten, etcetera. Steeds staat de ervaring en de beleving van de vraagsteller centraal, waarbij de begeleider het doel heeft de helende beweging in het systeem te volgen en te ondersteunen. De begeleider stelt vragen zodat de vraagsteller ontdekt waar hij meer ruimte, ontspanning en kracht ervaart en daarmee een gezondere plek in het systeem inneemt. Aan het einde van de opstelling zijn essentiële antwoorden en inzichten vrijgekomen. De wens van de vraagsteller is daarmee beantwoord.
Natuurlijke manier
Een familieopstelling is een bijzondere ervaring, omdat dynamieken op een natuurlijke wijze zichtbaar worden. Door de collectieve bijdrage van alle aanwezigen in de ruimte, ontstaat er een groter bewustzijn dat ‘meebeweegt’ vanuit de belevingswereld van de vraagsteller. Op een dieperliggend bewustzijnsniveau, of zielsniveau, krijgen ervaringen een plek. Vaak hebben deze ervaringen te maken met een verstoorde ouder-kind relatie uit de jeugd; of met familiedynamieken die zich buiten de vraagsteller om hebben afgespeeld. Wanneer iemand in zo’n dynamiek vast zit, dan spreekt men van een ‘verstrikking’.
Verstrikkingen
Thema’s kunnen generaties lang worden doorgegeven van ouder op kind. Kinderen nemen uit liefde en loyaliteit voor hun ouders onbewust deze last op zich. ‘Lasten’ die worden meegedragen kunnen bijvoorbeeld zijn:
- Echtscheidingen;
- Verlies- en rouw ervaringen van de ouders, of voorouders;
- Trauma’s uit het (verre) verleden, mogelijk zelfs tot zes generaties terug;
- Taboe’s en familiegeheimen zoals overspel, moord of misbruik.
Kortom; het gaat om onverwerkte emoties van onderwerpen die voor langere tijd onbesproken zijn gebleven. In positieve zin kan worden geconcludeerd dat door ‘trangenerationele overdracht’, zoals deze dynamiek ook wel wordt genoemd, mensen achteraf in staat zijn om verstrikkingen te helen, waar dit in eerdere generaties niet mogelijk bleek te zijn.
Variatie in werkwijze
De dynamiek in een opstelling is in elke opstelling van dezelfde orde, maar de uitvoering kan verschillen in vorm en intensiteit. Opstellingen kunnen worden gedaan met menselijke representanten, maar ook in individuele sessies met kussens, vellen papier op de grond, poppetjes van Playmobil® of klei. Er zijn zelfs vormen waarbij paarden worden ingezet.
Systemen van klein naar groot
Een gezin is met de relaties tussen vader-moeder-kind(eren) de kleinste vorm van een menselijk systeem. In de samenleving zijn er verschillende groepen. Overal hebben mensen verschillende relaties met elkaar. Deze zijn allemaal afgeleid van de relaties binnen een gezin.
Je ware zelf zijn
Er zijn vier belangrijke thema’s die in meer of mindere mate altijd naar voren komen in een familieopstelling:
- Erbij horen;
- De ordening;
- Balans tussen geven en nemen;
- Erkennen wat er is.
Deze thema’s zijn voor iedereen van belang. Binnen familieopstellingen zijn deze thema’s de energievelden waarbinnen mensen bewegen, met als wens om je ware zelf te zijn en ruimte te bieden voor jezelf en de ander.