Niet elke persoon kiest voor de dood na een afgeronde euthanasieprocedure. Hun aantal is klein, maar reëel. Er lijkt sprake te zijn van een tweede levensadem. Ann Callebert, psychologe en ervaringsdeskundige, zocht uit hoe dat komt. Ze knoopte gesprekken aan met euthanasievragers en sprokkelde in hun verhalen ervaringen die aanknopen bij het krachtgerichte hersteldenken. Op een uitzondering na bleek er bij hen maar weinig sprake te zijn van een nieuwe start. Wat er aan herstel aanwezig was, beperkte zich tot ondergesneeuwde vonken, kleine sprankels van levensenergie, te zwak om een waarde op zich te vormen.
Maar als herstel zo karig aanwezig is, kan het dan een meerwaarde zijn om net deze mensen samen te brengen in een groep die herstel ademt? Kan een herstelwerkgroep voor mensen met een gevorderde of afgesloten euthanasieprocedure, op de drempel naar de dood, alsnog levenskwaliteit doen opborrelen? Kan herstel ook op het scherpst van de levenspijn nog een wissel zetten? En kan de herstelvisie op zich niet al veel vroeger in het parcours van ernstig psychisch lijden de nodige krijtlijnen uitzetten voor een enigszins zinvol, levenswaardig bestaan? In de hoop ook dat de ondraaglijkheid van de pijn niet in een euthanasieverzoek hoeft uit te monden?
Ann Callebert is master in de klinische psychologie. Haar onderzoek naar euthanasie bij ondraaglijk psychisch lijden bracht haar in contact met het HEE-team in Utrecht, een groep ervaringsdeskundige docenten die werken rond Herstel, Empowerment en Ervaringsdeskundigheid. Zo verdiepte ze zich in de herstelvisie, die streeft naar een zo groot mogelijke levenskwaliteit, ondanks de beperkingen van een psychische kwetsbaarheid.