In de geschreven media, op tv, in soaps of films wordt waanzin altijd uitgebeeld als iets extreems: gewelddadige uitbarstingen, toevallen of hallucinaties. Maar als waanzin nu eens helemaal niet is wat wij denken dat het is? Als het eerder regel dan uitzondering is? Als de kenmerken van waanzin niet zichtbaar zijn en eigen aan de doorsneeburger? Psychoanalyticus Darian Leader begint en eindigt zijn betoog met het geval van de Britse arts Harold Shipman, een massamoordenaar die kennelijk zo ‘normaal’ was dat sommige patiënten zelfs na zijn veroordeling nog door hem behandeld wilden worden. In een uiterst lucide en confronterend betoog onderzoekt Leader onopvallende krankzinnigheid en laat hij zien dat ons begrip van waanzin herziening behoeft.