Wat als een hulpverlener zelf psychisch kwetsbaar is? Mag hij of zij deze extra dimensie inzetten bij het hulp verlenen? Wìl de hulpverlener überhaupt een stukje delen? Ervaren zij zelf stigma in hun team, onder de collega’s? Beetje therapeutische afstand en een beetje delen? Hoeft het één het ander uit te sluiten? We vroegen het ons af? Psychosenet ging op zoek naar kwetsbare hulpverleners die hun verhaal willen delen. Zo kwamen we in contact met Mieke Van De Vyver.
Freya Spillemaeckers, student Toegepaste Psychologie, die stage loopt bij Psychosenet, giet het interview in een verhelderende blog.
Mieke is 37 jaar oud, mama van een dochter van 2 jaar en woont samen met haar lieve partner. Ze is al 12 jaar tewerkgesteld als ergotherapeut in het dagziekenhuis van de psychiatrie ‘Stuivenberg’, te Antwerpen. Die keuze heeft ze gemaakt omdat de psychiatrie haar altijd al heeft aangesproken.
Postnatale depressie
Mieke is in die zin kwetsbaar omdat ze een postnatale depressie heeft doorgemaakt. Die depressie begon klein. Ze ging terug aan het werk zodra dat kon na haar zwangerschapsverlof, maar na zeven maanden werd ze overvallen door een depressieve golf. Dit wijt ze zelf aan een samenloop van het ‘mama-zijn’ en het afscheid moeten nemen van het ‘niet-mama-zijn’.
Daarnaast werden er tijdens haar afwezigheid veranderingen doorgevoerd in haar team waarbij twee teams samengevoegd werden en van locatie veranderden. Toen ze terugkwam, was het ‘veilige nestje’ weg. Daardoor was het moeilijk om haar draai terug te vinden en het thuis tegelijk ook draaiende te houden.
“Ik schaam me er niet voor. Het is iets dat me overkomen is. Ik ben niet de enige in de wereld.”
“Het is soms wat slikken”
Doordat haar kwetsbaarheid niet echt ter sprake komt of op de voorgrond treedt op haar werkplaats, heeft ze ook niet echt het gevoel dat het een belemmering is. Ze kan zich wel inleven bij wat patiënten meemaken, bijvoorbeeld het gevoel dat gepaard gaat met gebruik van medicijnen waarbij je kilo’s bijkomt en passiever gaat leven. Zo kan ze de patiënt vertellen dat ze begrijpt wat hij doormaakt. Patiënten die zichzelf niet meer terugvinden door ineens een psychose of depressie door te maken of al of niet tegen hun zin worden opgenomen in het ziekenhuis, willen vaak graag terug naar die periode ervoor. Mieke had ook die wens, al beseft ze dat ze dan haar dochter niet gehad zou hebben.
Haar eigen ervaring ziet Mieke vooral als een voordeel omdat ze die kan gebruiken om aan patiënten begrip te tonen, in het besef dat ze (de gevolgen van) hun psychische kwetsbaarheid blijven meedragen.
Kwetsbaarheid in het team
Mieke komt ook in contact met andere kwetsbare hulpverleners. Zo zegt ze zelf: “Eenmaal dat er iemand iets lost, lossen de anderen ook wel wat.”. Mensen die in hetzelfde schuitje zitten of zaten zijn meer geneigd dingen met elkaar te delen. Ze geeft als voorbeeld de mama’s onder het team of ouders met jonge kinderen die hun zorgen delen, maar het kan ook gaan over depressie onder collega’s die uiteindelijk lotgenoten blijken te zijn.
Tegelijk bevestigt Mieke dat het stigma zeker nog leeft in teams in psychiatrische instellingen. Er is volgens haar namelijk nog wat onbegrip als het gaat om een collega met psychische problemen. Tijdens haar postnatale depressie merkte ze dat op en werd ze zelf achterdochtig ten aanzien van haar vriendinnen, collega’s of team. Mieke kreeg het idee dat er achter haar rug werd gepraat.
Ze wil haar team natuurlijk niet teleurstellen door afwezig te zijn, maar wil ook voor zichzelf zorgen, anders hou je het niet vol. Ze begon progressief te werken van 50%, naar 60% en tenslotte 80%.
Als hulpverlener moet je empathisch zijn, niet alleen naar patiënten toe, maar ook ten opzichte van andere hulpverleners en dus collega’s met een kwetsbaarheid. Mieke ondervindt dat dit toch nog moeilijk blijkt te zijn.
Een boodschap voor andere kwetsbare hulpverleners
Mieke heeft ook nog een boodschap voor kwetsbare hulpverleners die niet open durven te zijn, maar dit toch willen: “Als je er uiteindelijk voor kiest om met je verhaal naar buiten te komen, leg je dat het beste allemaal uit en niet te vaag, anders is er de kans op roddels. Als er die angst is voor roddels, moet je gewoon open en eerlijk zijn, details daarbij hoeven niet als je dat niet wenst. Je kan je psychische kwetsbaarheid ook ophalen bij patiënten waardoor ze ergens beseffen dat de hulpverlener natuurlijk ook maar een mens is door bijvoorbeeld te zeggen: “Hé, daar heb ik ook last van gehad.”
Als laatste geeft Mieke nog mee dat haar ervaringen haar een volledig andere therapeut hebben gemaakt: sterk en kwetsbaar.
Herken je jezelf in dit verhaal, wil je het jouwe delen of heb je hierover een mening? Contacteer ons dan via het contactformulier.
Reacties: