Marlies Houben is postdoctoraal onderzoeker bij het Centrum voor Contextuele Psychiatrie van KU Leuven en assistent-professor bij het departement van Medische en Klinische Psychologie van Tilburg University.
Marlies legt uit met welke strategieën mensen hun emoties trachten te reguleren en wat we daaruit kunnen leren.
Emotieregulatie en psychische klachten
Mensen met psychische klachten zoals een depressie of borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) kampen vaak met intense emoties die maar moeilijk onder controle te houden zijn. Zo kunnen ze kampen met intensieve gevoelens van somberheid, of net zeer labiele emoties die snel veranderen in reactie op gebeurtenissen in het dagdagelijks leven. Dit doet al sterk vermoeden dat mensen met dergelijke klachten ook minder goed zijn in het reguleren van hun emoties.
Emotieregulatie: adaptief of maladaptief
Met emotieregulatie bedoelen we alle strategieën die mensen toepassen om te proberen hun emotionele toestanden te beïnvloeden. Onderzoek heeft aangetoond dat mensen met depressie en met een BPS over het algemeen de neiging hebben om veel te piekeren en hun emoties te onderdrukken. Dit zijn allemaal emotieregulatiestrategieën waarvan geweten is dat ze niet goed werken om iemands gemoedstoestand te verbeteren (zogenaamde maladaptieve strategieën). Ook maken ze over het algemeen minder gebruik van strategieën die wel werken om iemand gemoedstoestand te verbeteren (zogenaamde adaptieve strategieën), zoals cognitieve herstructurering, waar men probeert om de oorzaak van zijn emoties vanuit een ander perspectief te zien. Een voorbeeld hiervan is dat je boos bent omdat een kennis een gemene opmerking maakt, maar je probeert je boosheid te verminderen door te bedenken dat de opmerking waarschijnlijk niet verkeerd bedoeld was.
Anders kijken naar emotieregulatie
In de afgelopen jaren is bij onderzoekers echter het besef gegroeid dat we mogelijk anders naar emotieregulatie moeten kijken. Eerdere studies hebben immers aan de hand van vragenlijsten onderzocht wat mensen over het algemeen doen om hun emoties te reguleren. Echter weten we nu dat wat mensen antwoorden op vragenlijsten over emotieregulatie, en wat ze daadwerkelijk doen in hun dagelijkse leven om hun emoties te veranderen niet goed overeenkomt. Ook is het zo dat het gebruik van een strategie weinig zegt over hoe goed die strategie geholpen heeft om emoties daadwerkelijk te veranderen. Iemand kan immers een strategie gebruiken (of zeggen deze te gebruiken), maar als deze niet het gewenste effect heeft op emoties, dan is die strategie alsnog niet erg helpend.
Welke strategieën gebruiken mensen om hun emoties te beïnvloeden?
Daarom onderzochten we recent of mensen met depressieve en BPS klachten meer geneigd waren om in hun dagelijkse leven meer maladaptieve strategieën te gebruiken, en minder geneigd waren om adaptieve strategieën te gebruiken dan mensen met minder depressieve of BPS klachten. Dit werd gedaan aan de hand van een app waarmee studieparticipanten 10 keer per dag in hun dagelijkse leven rapporteerden wat ze gedaan hadden om hun emoties te beïnvloeden. Daarnaast onderzochten ze of het gebruik van allerlei strategieën gelinkt was aan een minder goede verbetering van de gemoedstoestand bij mensen met meer depressieve of BPS klachten. Dergelijke bevindingen zouden immers de grote emotionele klachten bij deze mensen gedeeltelijk kunnen verklaren.
Resultaten toonden aan dat mensen met meer depressieve of BPS klachten meer piekerden en meer hun emoties onderdrukten dan mensen met minder klachten, wat zogenaamde maladaptieve strategieën zijn. Verrassend genoeg rapporteerden mensen met meer BPS klachten ook meer gebruik van cognitieve herstructurering en afleiding (proberen jezelf af te leiden van je emoties door bijvoorbeeld te gaan sporten), dan mensen met minder BPS klachten. Dit zijn zogenaamde adaptieve strategieën omdat geweten is dat ze vaak helpen om emotionele toestanden te verbeteren. Voor geen enkele emotie regulatie strategie zijn er indicaties gevonden dat ze meer of minder effectief waren in het verbeteren van emotionele toestanden bij mensen met meer depressieve of BPS klachten.
Waarom somberheid lange tijd kan aanhouden
Deze bevindingen tonen aan dat mensen met meer depressieve klachten meer gebruik maken van strategieën die negatieve emotionele toestanden in stand houden. Dit kan (gedeeltelijk) verklaren waarom somberheid vaak lange tijd kan aanhouden. Mensen met meer BPS klachten gebruiken alle emotieregulatie strategieën meer dan mensen met minder BPS klachten, inclusief diegene die adaptief zouden moeten zijn. Dit kan erop wijzen dat zij mogelijk alle strategieën wel gebruiken, maar de adaptieve slechts zeer kort (en mogelijk ook niet succesvol). Een andere verklaring is dat zij moeite hebben met de juiste strategie te selecteren op het moment dat zij hun emoties willen veranderen, waardoor er een zogenaamde trial-and-error gebruik (iets uitproberen en kijken of het werkt) van strategieën plaatsvindt. Toekomstig onderzoek zal deze verklaringen verder moeten exploreren.
Lees ook Emotieregulatie tijdens de adolescentie
Het team van het Centrum voor Contextuele Psychiatrie onder leiding van Professor Inez Germeys verzorgt regelmatig een blog over nieuwe ontwikkelingen in de wetenschap op het gebied van psychiatrie in het algemeen en psychose in het bijzonder. (twitter: @ccp-leuven; @inezgermeys)
Reacties: