Het is geweten. Er heerst een enorm stigma rond psychische ziekten. De laatste tijd is het tij gelukkig wat aan het keren. Meer en meer mensen komen er mee naar buiten dat ze een depressie of een burn-out gehad hebben. Een hele stap vooruit. Rond psychoses is het stigma echter nog heel groot. Dat heb ik zelf ondervonden toen ik na de geboorte van mijn derde zoontje psychotisch werd.
Er zijn verschillende vormen van stigma
Er is het maatschappelijke stigma. De media zorgt er onder andere voor dat de psychoticus gezien wordt als een gevaarlijke gek, onberekenbaar, onbetrouwbaar. Hierdoor vind je als patiënt ook moeilijker de weg naar hulpverlening. Er is niemand om advies aan te vragen. Als je kanker hebt, kan je nog wel op je Facebook een oproepje plaatsen of iemand een goede oncoloog kent. Dat je nood hebt aan een psychiater omdat je je Jezus waant, gaan maar weinigen aan de grote klok hangen.
Daarnaast is er ook bij de hulpverlening zelf vaak een zeker stigma. In gedachten zag ik de psychiatrisch verpleegkundige al een tienrittenkaartje voor me opstellen. En ook de psychiater gaf me te kennen dat ik er rekening mee moest houden dat ik ‘ziek was voor het leven’ en dat een normale job wellicht niet meer aan me besteed was.
Het grootste stigma van allemaal is wellicht het zelfstigma
Aanvaarden dat ik ‘psychiatrisch patiënt’ was, dat mijn brein me in de steek had gelaten was mijn grootste uitdaging. Maar ik ging ze aan. Ik schreef een boek ‘Kortsluiting in mijn hoofd’ waarin ik probeerde de lezer duidelijk te maken wat zo’n psychose precies was. Tegelijkertijd wilde ik aantonen dat het iedereen kon overkomen. Gewone mensen, zoals ik, docent aan de hogeschool, mama van drie kinderen, volleybalspeelster.
Er zijn van het boek intussen bijna 4.000 exemplaren verkocht. Ik kwam op de Vlaamse radio, op de televisie. Ik geef wekelijks lezingen. Ik schrijf opiniestukken of blogs waar mogelijk.
Ik maak er geen geheim meer van
En ik merk dat mijn openheid niet alleen geapprecieerd wordt, maar ook vaak beantwoord wordt met gelijksoortige verhalen. Daarnaast bevordert het ook mijn eigen herstelproces. Ik ben met andere woorden, het stigma voorbij. Dacht ik.
Twee weken geleden. Mijn eerste dag van het nieuwe schooljaar voor een nieuwe klas. Elk jaar opnieuw vind ik dat best wel spannend. Elk jaar opnieuw beginnen met een schone lei. Twintig jongvolwassenen die bereid zijn Nederlandse les bij me te volgen, kijken me verwachtingsvol aan. Ik stel me kort even voor. Dat het mijn derde jaar is op deze school. Dat ik daarvoor op de hogeschool werkte. En dat ik een boek heb geschreven. Want daar ben ik natuurlijk apetrots op. Ze knikken.
Als ze even later zelfstandig een oefening aan het maken zijn, vraagt een van de jonge kerels me: ‘En waarover gaat uw boek dan, mevrouw?’ Ik aarzel. Ik voel hoe m’n tenen zich krullen in mijn schoenen. Ik vertel het mijn studenten altijd wel, ik besteed er zelf een les aan, maar bij voorkeur vertel ik het niet tijdens de eerste les.
Ik wil me liever eerst nog bewijzen
Hen tonen dat ik echt wel een goede leerkracht ben, voor ze misschien al een oordeel vellen. Het blijft stil aan mijn kant.
‘Waarover mevrouw?’ Een vragende open blik.
‘Euh, ik ben drie jaar geleden erg ziek geweest.’
‘Welke ziekte, mevrouw?’ Opnieuw aarzeling.
‘Een psychische ziekte,’ fluister ik hem toe. Ik kan me er nog niet toe brengen om te zeggen dat ik een psychose had.
‘Mijn vader heeft schizofrenie,’ antwoordt hij. ‘Daar hebben we thuis eigenlijk nooit moeilijk over gedaan. We praten erover. Het is geen taboe.’ Ik voel me op mijn plaats gezet. En terecht. De ambassadeur van de stigmadoorbreking. Toch laat ik het niet na om nog even te fluisteren. ‘Hou je het toch nog even voor jezelf, over een paar weekjes vertel ik het de anderen wel.’
Dat stigma rond psychische ziektes? Ja hoor: het is er nog
Daarom werkte ik mee aan de campagne ‘Doe eens goed gek’ die half september van start ging in Vlaanderen. Daarom schreef ik een boek, geef ik lezingen. Maar het blijft een uitdaging. Elke dag weer. Ik neem me voor om bij het begin van mijn lessen al te zeggen waarover mijn boek gaat, dat ik psychisch ziek ben geweest. Goede voornemens. Voor volgend schooljaar. Als ik weer wat sterker in mijn schoenen sta.
Brenda Froyen – moeder en docent
Bekijk de documentaire van Doe Eens Goed Gek waar Brenda Froyen een rol in speelt.
Reacties: