Eline was altijd een diepe denker die gegrepen werd door angsten en onzekerheden waarin ze kon verdwalen. De ontwrichting die ze meemaakte bracht haar dichter bij haarzelf. Ze ontdekte een stuk identiteit dat in haar verborgen lag als een schat.
De manie/psychose, hoe zwaar ook, zorgde voor persoonlijke groei en tegelijkertijd voor het ontdekken van creativiteit op een bijzonder manier. Lees welke kantelpunten Eline vooruithielpen in haar herstel.
Een ontwrichting die mij dichter bracht bij mezelf
Voor een lange periode in mijn leven, voelde ik mij verdwaald. Ik was in zoektocht naar mezelf, zonder mij daar bewust van te zijn. Ik leefde in een roze bubbel, terwijl ik diep van binnen steeds ongelukkiger werd. Er speelde enorm veel in mijn onderbewustzijn dat ik negeerde. Ik voelde mij heel onzeker en zocht voortdurend naar bevestiging en belangstelling van een ander.
Ik heb altijd veel aan zelfreflectie gedaan, maar hoe kon ik echt naar mezelf kijken als ik mezelf niet graag zag? Zo zou ik nooit gelukkig worden, want mijn zelfliefde en zelfrespect ontbrak. Het leek alsof ik een gapend gat voelde in mijn ziel, dat ik probeerde op te vullen door externe aandacht en liefde op te zoeken in plaats van naar binnen te keren.
Voordat de bubbel barstte: 2020 en ontdekking van autisme
Voordat ik je meer vertel over hoe de bubbel barstte en dat mijn wereld overhoop haalde, blik ik terug naar het jaar 2020. Een jaar dat iedereen zich zal herinneren als een ommekeer. Met lockdowns, slecht nieuws, distanciëring van het normale en elkaar. Of hetgeen wat wij als ‘gewoon’ bestempelde, werd gepauzeerd. Daardoor hadden mensen de tijd om stil te staan, in een maatschappij die anders zo bruisend is met veel beweging en prikkels.
Ik werkte tot maart bij Lucas Creativ, een winkel die allerlei kunstenaarsbenodigdheden verkocht. Maar toen de eerste lockdown kwam, moesten alle winkels noodgedwongen hun deuren sluiten. Toen nam ik Abilify. Op mijn 15de was ik hiermee begonnen tijdens mijn eerste opname, daar kreeg ik de diagnose autisme. In mijn tienerjaren ervaarde ik veel chaos in mijn hoofd. Ik was altijd al een diepe denker die gegrepen werd door angsten en onzekerheden waar ik in kon verdwalen. Ik had een slecht zelfbeeld en dat resulteerde in meer doemdenken. Een storm aan negatieve gedachten die mij konden opslokken. Maar wie was niet onzeker als tiener? Voor die opname werd ik gepest, ik viel op als buitenbeentje.
Op 8 jarige leeftijd kreeg ik de stempel van ADHD op mijn hoofd geplakt en nam ik tijdens schooldagen Rilatine. Daardoor voelde ik mij afgevlakt, ontzield. Ik voelde me niet mezelf en juist als kind is het zo belangrijk jezelf te leren kennen en te ontplooien. Rilatine doofde mij uit. Terwijl ik dat vlammetje binnenin mezelf nog volop moest ontdekken en beleven.
De evolutie van kind naar tiener en onzekerheden
De evolutie van kind naar tiener is voor iedereen moeilijk en gaat gepaard met ups en downs. Ik was nog heel zoekende. Iedereen is dat, want je lichaam verandert.
Ik was een laatbloeier, ook mentaal leek ik achter te lopen op mijn leeftijdsgenoten. Zij begonnen hun smaak te ontdekken, zichzelf meer te uiten en ze waren verder in hun ontwikkeling. Ik bleef langer kind, achteraf gezien vond ik dat iets moois. Misschien pin ik mij nu nog te hard vast hoe de medicatie mijn leven beïnvloedde. Hoe het mijn ontwikkeling belemmerde of veranderde.
Ik voelde mij als 15 jarige heel troosteloos. Door het pesten, voelde ik mij nog onzekerder over wie ik was. Mijn eigenwaarde had een dieptepunt bereikt. Wie ben ik? Of wie denk ik te zijn? Waarom haatten ze mij? Waarom ben ik niet goed genoeg? Wat is er mis met mij? Zal ik mij altijd zo alleen voelen? Al stelde ik het niet allemaal in vraag, want ik geloofde destijds wat de pestkoppen zeiden. Het lag niet enkel aan het pesten dat ik mij zo slecht voelde. Ik voelde mij vooral niet begrepen. Ik begreep mezelf niet. Meer nog, ik begreep de wereld niet. Mijn gedachten stopten niet. Het werd zo erg dat ik zelfs niet kon slapen. De duisternis werd groter en mijn levensenergie zwakte af.
Ik ben 3 weken in crisisopname geweest voor jongeren. Toen kwam aan het licht dat ik geen ADHD had maar autisme, weliswaar in een ‘lichte vorm’. Mijn ouders en twee oudere broers hebben ook autisme, dus het had geen verrassing voor mij mogen zijn. Maar het kwam toen aan als een mokerslag. Het bevestigde wat de pestkoppen zeiden. Ik ben anders en zal altijd anders blijven. Toen dacht ik dat dat een straf was in plaats van een zegen. Het heeft enkele jaren geduurd voordat ik kon aanvaarden dat ik autisme had.
Ik kreeg GON-begeleiding op school. Met deze hulp kon ik beter plannen en waren de schooltaken overzichtelijker. Om meer rust in mijn hoofd te creëren, begon ik op 15 jarige leeftijd met het slikken van Abilify. Een antipsychotica dat in een lage dosis wordt genomen door mensen met autisme om de storm in hun hoofd tot rust te brengen. Ik ervaarde dit ook zo, maar ik vind het achteraf moeilijk om daar op terug te kijken hoe het mijn leven beïnvloedde. Hoe het mijn hersenen veranderde. Gek eigenlijk, dat zo’n klein rooskleurig pilletje zoveel effect kan hebben op wie ik was. Hoe ik mij voelde. Wat voor gedachten er naar boven kwamen en hoe het andere hersenspinsels onderdrukte. Wie zou ik zijn als ik nooit Abilify had geslikt? Dat is een ‘wat als’ vraag waar ik nooit een antwoord op zal krijgen en dat aanvaard ik.
Nieuwsgierigheid om hier meer onderzoek naar te doen, hoe het mijn functioneren en mijn hersenen heeft beïnvloed, hou ik vast. Voor nu laat ik het los. Het heeft mij ook geholpen. Ik probeer het vanuit een breder perspectief te bekijken en het niet enkel als iets negatief of donker te zien. Maar ik had last van heel wat neveneffecten.
De impact van medicatie en zoektocht naar identiteit
In maart 2020 was het de eerste lockdown. Dat zag ik als het ideale moment om te stoppen met het kwartje dat ik destijds innam. Mijn huisdokter vertelde mij dat ik slechter zou kunnen slapen als ik het afbouw. Nu had ik tijd genoeg om handen om mezelf de ruimte te geven Ability af te bouwen. Alleen was ik niet zo slim, want ik ben van de een op de andere dag gestopt. Ondanks dat het maar een kwartje was, de laagste dosis die je kon innemen, is het wel een medicijn dat ik 7 jaar lang heb geslikt en dat is niet iets om licht over te gaan.
Ik kan mij niet precies herinneren hoe lang het duurde voor ik hypomaan werd. Plots werd ik actiever en creatiever. De levenslust werd mijn onuitputtelijke energiebron. Ik schreef 100 schetsboek ideeën die zo uit mijn pen leken te vloeien zonder een druppeltje zweet of een bedenkelijke zucht. Mijn omgeving had niets door, of dat denk ik toch niet. Pas toen ik in manie ging, viel het op. Ik veranderde in een stuiterbal en ik sprak non-stop over allerlei zaken. Ik kon niet stil zitten en ik verloor steeds meer mezelf. In plaats van op een normale manier te communiceren, begon ik te roepen of heel luid te praten. Dit deed ik niet om aandacht te zoeken.
Ik ben een avondmens, maar ik hou ook van slapen. Dat vormt de fundamentele basis voor ieder mens. Net als zuurstof, hebben we nachtrust nodig. Ik gaf mezelf steeds minder ademruimte. De nachten werden korter. De chaos groter. Toen woonde ik nog bij mijn ouders en mijn slaapkamer was een rommelboel. Maar in manie was ik vijf uur aan een stuk bezig met het herinrichten en opruimen van mijn kamer. Dat zou al een alarmbel geweest moeten zijn voor mijn ouders. Het leukste vond ik mijn creativiteit. Ik heb toen prachtige tekeningen gemaakt en ik heb zo mijn stijl ontdekt. Een stuk identiteit, dat als een schat in mij verborgen lag. Ik wist toen niet eens dat ik dat kon. Daarvoor kopieerde ik, toen doorvoelde ik en kon ik dat overbrengen in penseelstreken en potloodlijnen. De gom maakte plaats voor een kleurengloed. Helder, terwijl ik alles behalve helder was. Ik ontdekte ook mezelf.
Omdat Abilify zoveel onderdrukte, leek ik nu pas echt de ontwikkeling die tieners doormaken, te ervaren. Zowel vanbinnen als vanbuiten onderging ik een metamorfose. Mijn kapsel, bril en kledingstijl veranderen. Ik ontplooide en ik bloeide open als een zonnebloem. Tegelijk werd de rem losser en raakten mijn schouders vaster. Ik droomde intens, mijn lichaam schreeuwde dat het teveel werd om al zo lang in overdrive te zijn. De benzine was al lang op en de racewagen raasde maar door. Op een dag werd ik wakker met een geblokkeerde schouder. Ik kon mijn hoofd niet meer naar rechts draaien. Mijn ouders hebben mij moeten helpen en wat tijgerbalsem later, lukte het mij om terug te bewegen. Stress hield mij in zijn greep. Mijn lichaam was zo uitgeput en mijn geest was klaarwakker. Ik was nog nooit zo hyperactief. Er was geen overgang in mijn hoofd. Ik voelde mij tijdloos. Alles kwam tegelijk op mij af. Het overspoelde mij, maar toen had ik het gevoel dat ik de wereld aankon. Dat niets mij kon tegenhouden.
Thuis waren er spanningen, vooral tussen mijn vader en mij. Door de lockdown, brachten we meer tijd door samen. Op mijn verjaardag, 13 augustus, hadden we een grote ruzie en de dam barstte bij mij. Ik begon toen alles te vergroten en op te blazen waardoor ik wantrouwig werd. Die nacht sliep ik niet. De dag erop had ik gelukkig een afspraak bij de huisdokter door de spanningen in mijn schouders en nek. Zij heeft voor mij een aanmeldingsbrief geschreven, om af te geven aan de PAAZ afdeling in het Erasmus ziekenhuis. Ik heb meteen de bus genomen om daar naartoe te gaan. Lichamelijk had ik mij nog nooit zo moe gevoeld. Ondanks dat ik een manie zat, waren er ook heldere momenten. Anders was het mij nooit gelukt om zelfstandig naar de huisdokter en het Erasmus ziekenhuis te gaan.
De opkomende manie en psychose
Het verslechterde snel met mij, omdat ik tijdens de eerste nachten van mijn opname niet sliep. Het is moeilijk te weten wanneer ik precies in psychose ben gegaan, want het is niet als een lichtknop dat aan of uitgaat. Het is meer vloeiend, niet duidelijk omkaderd. Misschien zat ik al voor mijn opname in een psychose en ben ik dieper weggezakt door het tekort aan slaap.
Waanideeën en paranoia naar mijn vader toe vergrootte. Nu kan ik een stap terug zetten, het verhaal vanuit meerdere standpunten bekijken. Toen was ik echter overtuigd dat mijn angsten terecht waren. Dit was mijn ‘realiteit’ geworden. Mijn denkwereld, was een wereld op zich. In mijn psychose, werd mijn vader omgevormd tot een monster dat het enkel slecht voorhad met mij. En zelfs nu, op dit moment dat ik er over spreek, heb ik het er nog moeilijk mee dat ik ooit zo dacht. Niemand is perfect, maar ik heb ongelooflijk lieve ouders waar ik enorm veel aan te danken heb en die voor mij door het vuur zouden gaan. Zij hebben een grote bijdrage geleverd aan mijn herstel. Betere ouders had ik mij niet kunnen wensen. Omdat we te veel tussen dezelfde vier muren zaten, hadden de spanningen zich thuis opgebouwd. Dat vormde de fundering van mijn achterdochtigheid. De emmer liep al maanden over. In het begin van mijn opname voelde het alsof ik verdronk. Dat allesomvattende, verstikkende en benauwende gevoel uitte zich in één lange, angstaanjagende gil. Ik krijg er kippenvel van als ik eraan terugdenk.
Voor de anderen die waren opgenomen, was dit alles behalve prettig. Het personeel drukte op de alarmknop. Het schelle geluid mengde zich met de emotionele schreeuw. Daardoor moesten de andere cliënten in de gang weggaan. Tijdens de vier maanden dat ik was opgenomen, had ik tweemaal dat alarm gehoord. En dat was tijdens de eerste én tweede keer dat ik zo’n kreet slaakte. Al mijn onzekerheden, pijn, verdriet, spanningen, onbegrip, stress, vermoeidheid, woede, kwamen in één keer uit mijn longen. Ik kan mij niet voorstellen wat dit getriggerd heeft bij de anderen die ook hun eigen rugzak en verhaal meedroegen. Je kan je dus voorstellen dat ik geen vriendjes maakte de eerste weken tijdens mijn opname en dat deed er natuurlijk niet toe.
Ik leefde niet meer in het hier en nu. In de gang zag ik een vlinder fladderen, die uit het niets verdween als ik er achterna ging.
Eerst zat ik in een tweepersoonskamer maar al snel werd dat een eenpersoonskamer omdat ze merkten dat ik te instabiel was om met iemand anders op de kamer te liggen. Ik weigerde medicatie, want ik moest er niets meer van weten sinds mijn ervaringen met Rilatine en Abilify. Daardoor ging het van kwaad naar erger.
In de nacht hoorde ik stemmen, die allerlei dingen over mij zeiden. Toen ik ging kijken op de gang, waren het twee verpleegkundigen die in gesprek waren tijdens hun nachtshift. Mijn angsten beklemde me en belemmerde de rust waar mijn lichaam zo naar snakte. Mijn paranoia escaleerde tot het punt dat ik mijn toilettas en broek open knipte, op zoek naar zenders waarmee mijn vader mij mogelijk kon bespioneren of afluisteren. Heel mijn kamer haalde ik in de nacht overhoop en dat was het breekpunt waarbij besloten werd, in samenspraak met de verpleegkundige, dat ik zou starten met Zyprexa. Door deze medicatie sliep ik eindelijk. Het had ook veel neveneffecten. Ik had mij in heel mijn leven nog nooit zo ziek gevoeld als toen. Voor ik ging slapen voelde mijn ledematen aan als bakstenen. In de ochtend voelde elke cel in mijn lichaam loodzwaar aan. Uit bed komen leek een onmogelijke opgave. En als mijn extraverte kant haar zin kreeg en ik de stap naar buiten zette, stribbelde mijn lichaam tegen. Het voelde alsof ik afkickte. Ik had last van koude rillingen, overgeven, diarree… Elke beweging was te veel. Het enige wat ik kon doen, was datgene wat mijn lichaam de afgelopen maanden honderden keren had verlangd. Stil liggen en rust. Complete rust.
Sinds mijn acht jaar nam ik medicatie dat mij onderdrukt had. Ja, het heeft mij ook geholpen. Zoals ik al eerder zei, probeer ik het niet enkel te zien als iets negatiefs. Alsnog had het een grote impact op mij. Toen ik dan na zoveel jaren besloot te stoppen, kwam alles ineens naar boven. De manie en psychose hadden mij helemaal uitgeblust.
Terugkijken op de crisis en de weg naar zelfacceptatie
Ik ervaarde de crisis ook als iets heel positiefs. Mijn manie heeft mijn eigenwaarde hersteld en veel bijgedragen aan het proces naar zelfaanvaarding en zelfliefde. Voor het eerst geloofde ik echt in mezelf, wat mijn bekwaamheden zijn. Het heeft de Eline die ik was, en die ik in essentie nog steeds ben, een omhelzing gegeven. Als een zonnebloem groeide ik naar het licht. Daarvoor viel er een schaduw over, genaamd mijn innerlijke criticus. Het niet weten waar ik stond in het leven. Wie ik ben. Wat ik kan. Toen lachte ik het leven toe, in overdreven mate uiteraard. Wat verwacht je anders van een manisch persoon? Mijn manier van handelen en doen was altijd met een uitroepteken. Soms kun je dat heel letterlijk nemen als je de gehoorschade van mijn moeder moet geloven. (Voor alle duidelijkheid bedoel ik die laatste zin sarcastisch, mijn moeder hoort nog heel goed). Daardoor zag ik alles door een andere bril. Ook dat kon je heel letterlijk nemen want ik had mezelf een make-over gegeven en een andere bril gekocht.
Ik was mij van veel bewust en veel ging aan mij voorbij. Ik leefde niet in het hier en nu. De signalen van mijn schip, genaamd mijn lichaam, negeerde ik compleet of het kwam niet binnen. Het zinken was onvermijdelijk. Dat hoorde bij de mentale groeispurt. Mijn creativiteit was evenredig met mijn persoonlijke groei. Het was mijn meditatie, mijn healing, om een blanco blad om te toveren tot iets kleurrijk. Tot lijnen die mij verder weg brachten van de storm in mijn hoofd. Een eigen wereld. Voorheen zei het niets over wie ik was. Ik tekende de referentiefoto’s exact na, als een fotokopie. Dat was goed om een bepaalde techniek te beheersen maar er was geen Eline terug te vinden op het blad.
In mijn (hypo)manie viel de begrenzing weg. De rem liet ik los. Het was alles op alles. Daardoor had ik veel minder angsten en onzekerheden. Plots durfde ik. Onderging ik. Ik werd opgeslokt in de creatie. Ik was de verf, de kleuren, het penseel. Het verbaasde mij wat ik wist vast te leggen want plots had ik wel een stijl. Dat was zo’n boost in mijn zelfvertrouwen dat nu nog effect heeft op mij. De perfectionist in mij, verplaatst zich naar de achtergrond als ik losser teken. Mijn manie moest er zijn om te evolueren en een nieuwe fase in te gaan. En ik ben blij hoe het gegaan is.
Ook al was ik onstabiel, ik was me nog steeds van veel bewust. Ik schreef veel neer in een schriftje, onder andere deze quotes: ‘Als een vlinder ontpop ik. Vlieg ik. Leer ik de wereld en mezelf ontdekken.’ ‘Ik zoek naar gouden stukjes geluk in het bronzen verdriet.’ ‘Het komt goed en zolang ik dat blijf geloven, vind ik mijn weg in het leven.’ ‘Bij eb herken ik mezelf. Bij vloed ontdek ik mezelf.’ ‘Angsten doorgronden is een sterkte op zich’. Bij het herlezen van deze teksten, kan ik in volle oprechtheid zeggen dat ik trots ben op mezelf.
De diagnose en start met Lithium Camcolit
Tijdens mijn opname kreeg ik een nieuwe diagnose. Een gloednieuwe stempel waar ik niets van moest weten. Een psychiater in spé vertelde mij dat ik bipolair ben, type 2. Sindsdien neem ik Lithium Camcolit, een stemmingsstabilisator. Twee pilletjes van 400 mg zouden mijn stemming stabiel moeten houden. Ik heb geleerd dat zelfonderzoek soms meer kan zeggen dan een diagnose. En ik weet dat ik hoogsensitief ben. Ik heb een psychosegevoeligheid waar ik de rest van mijn leven rekening mee moet houden. Toch ben ik er niet helemaal van overtuigd dat ik bipolair ben. Het komt niet helemaal overeen met wie ik ben, maar ik weet ook niet wie ik echt ben zonder medicatie. Dus rest mij de vraag: hoe kan ik dan weten of ik stabiel zou kunnen blijven zonder pillen? Het is een vraag waar ik ooit op een dag een antwoord op zal vinden. Voor nu voelt het goed.
Terugblik en dankbaarheid voor ondersteuning en herstel
Toen ik geleidelijk aan uit mijn psychose kwam, had ik het heel moeilijk met het vinden van mijn waarheid. Mijn waanideeën waren minder intens. Ik vond het vooral moeilijk om alle chaos te plaatsen. Met de rommelboel in mijn hoofd bleef ik zitten en het heeft even geduurd voordat ik mijn structuur hervond. Wat was waar?
Waar ik wel van overtuigd was: ik wilde echt op mezelf gaan wonen. En dus ben ik heel dankbaar dat ik de organisatie Beschut Wonen Antwerpen heb leren kennen in november 2020. Er was nog maar één plekje vrij en het intake gesprek ging heel vlot. Toen startten zij voor het eerst het jongerenproject Mind The Gap. Om de sprong naar het alleen wonen te verkleinen, boden zij mij een gemeubeld appartement aan voor maximum een jaar. Om de twee weken kwam er een begeleidster van Beschut Wonen langs. Zonder de diagnose bipolariteit kwam ik niet in aanmerking. Ik was dankbaar voor deze kans om zelfstandiger te worden en mezelf nog beter te leren kennen. Er kwamen ook wel wat angsten en onzekerheden bij kijken.
Een maand na mijn opname ging ik op mezelf wonen in het centrum van Antwerpen. Eerst was het onwennig. Ik voelde mij vaak eenzaam en soms was ik zelfs paranoia omdat ik in de knoop zat met de voorbije psychose. Bij Elien en Els, mijn woonbegeleiding, kon ik altijd mijn verhaal kwijt. Gaandeweg leerde ik genoegen te nemen met mijn eigen gezelschap. Ik ben natuurlijk wel heel goed omringd door een brede vriendenkring en een ongelooflijk lieve familie. Zij hebben mijn herstel positief beïnvloed. Ik werd door hun aanhoord. Meer nog: ik voelde mij gewaardeerd. Mijn vrienden en familie oordeelden niet. Of ik nu ADHD zou hebben of dat ik autisme heb of bipolair ben, verandert niets aan hun beeld over mij.
Dankzij BW, woon ik nu in een sociale woning in Antwerpen-Zuid. En nu ben ik bezig met mijn stage bij BW en begin ik hier in de zomervakantie met vrijwilligerswerk. Ik ben heel blij dat ik iets kan teruggeven aan de organisatie die zoveel voor mij gedaan heeft. De stage heeft mij al veel bijgebracht en deugd gedaan. Beschut wonen staat voor hoop, ondersteuning, gehoord worden, ontmoeten, er mogen zijn. Je eigenheid krijgt als het ware een boost door het lotgenotencontact en door de activiteiten/cursussen die worden aangeboden. De gesprekken zorgen voor verbinding en begrip. Terwijl ik hierover spreek voel ik de energie door me heen stromen dat ik op het pad ben, dat ik met volle nieuwsgierigheid verder wil bewandelen en ontdekken.
Bedankt aan alle ervaringsdeskundigen, hoop en hulpverleners die anderen helpen. Alle beetjes zorgen voor iets groots. Hoe jullie lichtpuntjes aanreiken vind ik heel inspirerend. Ik teken ook bij De Vinken, waar je allerlei creatieve ateliers kunt volgen. Hier geldt hetzelfde: als ik de diagnose bipolariteit niet had gehad, had ik ook niet naar De Vinken kunnen gaan. En ik heb een goede psycholoog bij de geestelijke gezondheidszorg.
Sinds mijn opname, heb ik de goede gewoonte aangeleerd elke dag zeker drie dingen te benoemen waar ik dankbaar om ben. Meestal bedenk ik meer dingen. Ik kan niet wachten om als ervaringswerker aan de slag te gaan en een ondersteuning te bieden door middel van creativiteit, een luisterend oor, er eenvoudigweg zijn, anderen inspireren en geïnspireerd worden.