Main content

Roel is projectmedewerker geestelijke gezondheid bij vzw Cachet, een netwerk voor jongeren die met jeugdzorg te maken hebben gehad. Roel reageert op het artikel dat vorige week verscheen in De Morgen nav de enquête van Psychosenet over diagnostiek.

Gebrek aan participatie en gesprek

Vorige week verscheen een artikel in De Morgen waarbij nagegaan werd in welke mate diagnoses in samenspraak met de patiënt worden gesteld.

Een wetenschappelijk onderzoek deden we niet met Cachet, maar het thema ‘diagnose’ kwam wel al heel vaak aan bod in de ontmoetingsmomenten met jongeren. Ook daar een gelijkaardig geluid als in dit artikel. Gebrek aan participatie en gesprek met de jongere zelf, met de omgeving. Het onvoldoende in ogenschouw nemen van de levensloop, …

Een ‘voor-eens-en-altijd-germarkeerd’-gehalte

Jongeren vinden een diagnose op zich vaak geen probleem, maar wel hoe die tot stand komt. Het komen tot een diagnose voelt vaak eerder aan als een traject dat helpend is voor de hulpverleners. Voor de jongeren zelf leidt dat niet per se tot het krijgen van gepaste zorg daarop volgend. Het kind heeft nu wel een naam – en dat geeft anderen de mogelijkheid om je vanaf nu anders te behandelen. Wat het voor jou kan betekenen… dat is nog een lange weg zonder veel garanties op verandering. Ook de nietszeggendheid wordt aangeklaagd. Vooral als het een hele reeks van diagnoses wordt. Dat het labels zijn met een ‘voor-eens-en-altijd-gemarkeerd’-gehalte doet ook geen goed.

Paternalisme

Ook wij horen uiteraard jongeren die betere ervaringen hebben. Dat moet blijkbaar ook altijd nog gezegd worden voor iets mag worden aangekaart…? Maar dat betekent niet dat het niet erg problematisch blijft. De discussie gaat eigenlijk niet per sé over DSM of niet, diagnose of niet, welles-nietes gehakketak of wetenschappelijk onderbouwd… . De discussie gaat over het paternalisme, het gebrek aan participatie, het verliezen van eigenaarschap over je hulpvraag, die hiaten in het huidige hulpverleningsmodel. Misschien zijn de diagnose en de DSM daar een symbool van? De levenskwaliteit wordt onvoldoende hersteld na hulpverlening, en ja, soms is er ook de bijkomende beschadiging door hulpverlening,…

De ziekte van de hulpverlening

Een hele lange lijst ‘symptomen’ waaraan de hulpverlening soms lijdt, en waarvoor de hulpvrager nu het recht opeist te mogen stellen dat die hulpverlening met die symptomen zelf ‘een ziekte’ heeft. Omdat statistisch gezien het zieke onderdeel van de hulpverlening vaak problematisch wordt en het functioneren verstoort als de DSM-taal naar boven komt… En daarom is die DSM uiteraard kop van jut.

Conclusie? Statistisch gezien kan de samenhang tussen de symptomen van een onvoldoende goed functionerende hulpverlening benoemd worden als… een problematisch verstaan van de DSM”. Zoiets dan?

  • Deel deze pagina:

Reacties:

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *