Zodra je 18 jaar wordt, vinden er een aantal belangrijke veranderingen plaats. Eén van deze grote veranderingen voor iemand die reeds in de jeugdzorg zit is dat deze vanaf deze dag onder de volwassenzorg valt. De overgang van jeugdzorg naar volwassenzorg sluit niet goed op elkaar aan.
De transitiepsychiatrie draagt bij aan de specifieke noden en behoeften die adolescenten in deze transitieleeftijd doormaken. Bovendien worden op deze manier enkele handvaten geboden die de overgang van jeugdzorg naar volwassenzorg soepeler laten verlopen.
Transitiepsychiatrie richt zich op de overstap van de jeugdzorg naar de volwassenzorg. De meeste stoornissen uiten zich tussen de leeftijd van 15 en 24 jaar, waardoor de verschillende soorten zorg binnen deze kwetsbare levensfase goed bij elkaar moeten aansluiten.
Er is echter geen strikte grens en een gebrek aan samenwerking tussen deze twee disciplines waardoor dit in de praktijk niet vaak het geval is. Het is deze kloof dat de transitiepsychiatrie wil overbruggen.
De verschuiving van jeugdzorg naar volwassenzorg gaat gepaard met een meer individuele focus. Ouders gaan een minder dominante rol innemen.
Op 16-jarige leeftijd kan de transfer worden voorbereid. Er worden plannen gemaakt met de jongere en het gezin. Onderwerpen zoals de toekomst, de prognose van de stoornis en de rol van de jongere en het gezin in de verdere behandeling komen aan bod.
Wanneer de jongere een leeftijd van 18 jaar bereikt, kan de daadwerkelijke overdracht van jeugdzorg naar volwassenzorg plaatsvinden. In de meeste gevallen vindt deze overstap plaats tussen de leeftijd van 18 en 23 jaar.
Wat is een prognose?
Het is een uitspraak omtrent het vermoedelijk verloop van een gebeurtenis.
Doelgroep
De transitiepsychiatrie legt de focus op jongeren in de adolescentiefase. In deze fase vinden er ontwikkelingen plaats op lichamelijk, cognitief en sociaal-emotioneel gebied. Deze ontwikkelingen kunnen voor een groot deel het pubergedrag verklaren. De meeste problemen en psychische ziektebeelden komen in deze levensfase tot uiting.
Jongeren in deze adolescentiefase hebben vaak moeite met het overzien van de consequenties en het opnemen van bepaalde verantwoordelijkheden. Daarom is het belangrijk om de ouders te betrekken tijdens de transitiebehandeling. Ook het streven naar autonomie en betrokkenheid is een belangrijke factor. Dit vergroot de kans dat de jongere zelf meer interesse zal tonen in de behandeling.
Wat betekent ‘autonomie’?
Zelfstandigheid.
Wat is een transitiecoördinator?
Een transitiecoördinator is een aangewezen persoon die fungeert als aanspreekpunt tijden het transitieproces. Deze helpt het leven van de jongere te coördineren.
Enkele belangrijke taken van deze transitiecoördinator zijn:
- Ondersteuning bieden aan de jongere en de ouders.
- Afspraken maken.
- De jongere bijstaan in het navigeren tussen verschillende vormen van zorg.
Wanneer de jongere de overstap maakt naar volwassenzorg neemt een zorgprofessional uit de volwassenzorg de rol van transitiecoördinator over.
Algemene principes van transitie
Het National Institute for Health and Care Excellence (NICE) stelt enkele aanbevelingen op die betrekking hebben op de transitie en transfer van jeugdhulp naar volwassenzorg. Een volledig overzicht hiervan is terug te vinden op de website van NICE.
Bovendien beschrijft het NICE een aantal algemene principes voor een goede transitie. Ook de aandachtspunten komen aan bod. De richtlijnen zijn hieronder overgenomen.
Gericht aan de jongere:
- Jijzelf en je ouders/verzorgers dienen betrokken te worden in de vormgeving, de uitvoering en de evaluatie van de transitiezorg.
- Het transitieproces moet aansluiten bij jouw ontwikkelingsleeftijd, maar je ouders blijven hierbij betrokken.
- De ondersteuning tijdens de transitie focust op wat reeds goed gaat en welke mogelijkheden je hebt. Jouw sociale omgeving dient hierbij betrokken te worden.
- Gedurende de ondersteuning tijdens de transitiezorg sta jij, als jongere, centraal.
- Er dient rekening te worden gehouden met jouw ontwikkelingsstadium.
- Er vindt een samenwerking plaats tussen verschillende zorgprofessionals in de jeugdhulp en de volwassenzorg. Op deze manier verloopt de transitie soepel.
- Zowel in de jeugdhulp als in de volwassenzorg moeten de zorgprofessionals proactief handelen.
- Informatie uitwisselen tussen instanties en/of zorgprofessionals gebeurt aan de hand van enkele vertrouwelijkheidsafspraken.
- Er wordt nagegaan of je ingeschreven bent bij een huisarts.
Wat betekent ‘proactief’?
Dat wil zeggen dat je iets doet voordat iets gebeurt, bijvoorbeeld om het te voorkomen.
Voorafgaand aan transfer
Het is belangrijk dat de jongere kennis maakt met de volwassenzorg voor deze effectief de overstap maakt. Dit kan aan de hand van een gesprek met een volwassenhulpverlener of door mee te lopen op de afdeling. Op deze manier kunnen de verschillen met de jeugdhulp van tevoren ervaren worden. Meestal helpt de transitiecoördinator deze kennismaking te organiseren. Hier kunnen vervolgens reeds enkele vragen of bezorgdheden beantwoord worden.
Na de transfer
Het is aangeraden om de eerste twee afspraken met dezelfde zorgprofessional te doorlopen. Dit maakt dat er enige stabiliteit en continuïteit is. Bovendien is het aangewezen dat de transitiecoördinator de jongere tot na het eerste evaluatiemoment na de transfer bijstaat.