Louise ter Berg kreeg in 1989 de diagnose bipolair I. In 2004 eindelijk op medicatie, die weinig belemmert en voldoende beschermt. In 2012 een laatste psychotische episode, met opname.
Volgens haar motto ‘A good traveler has no fixed plans, and is not intent on arriving’ ( Lao Tzu) werkt Louise graag ideeën uit zonder persé te hoeven voltooien. Mee- en tegendenken, ze is altijd wel ergens actief als vrijwilliger, naar vermogen. Dat ze schrijftalent heeft, kan je in deze blog alvast lezen.
Geen Psychose is gelijk en ze maakt zelf wel uit wanneer ze aanklopt
Ik word soms boos als ik mensen onoordeelkundig hoor praten over Psychose. Ze kennen Psychose niet of bekijken haar van afstand. Geen Psychose is gelijk en jouw en mijn Psychose maakt zelf wel uit wanneer zij aanklopt. Bij uitputting. In remissie. Het is fijn als Psychose niet te veel ingedamd wordt door medicaties of corrigerende therapie.
Psychose, een gedachtespel
Ik zie Psychose als een vormeloos lichaam dat af en toe de regie over mij overneemt en me dan uitdaagt tot doorlopend keuzes maken. Onmogelijke keuzes, maar de boodschap is joviaal: het maakt niet uit wat je kiest. Het is imaginair. Het karakter van de keuze is voor Psychose als een zet in een spel. Het maakt niet uit. Een gedachtespel. Je brein rekent alles door en neemt alle aspecten mee, maar verslikt zich soms in het overzicht. De ‘faux pas’ kan zijn dat je daadwerkelijk een keuze uitvoert. Het doel is wachten. Wachten tot TAO je ingeeft dat het tijd is om te handelen. Niet zozeer dat dan de kust veilig is, maar dat het betekenis heeft om te handelen.
Boeddhistische leerlingen krijgen van hun leermeester soms onmogelijke gedachtenexperimenten op hun bord geschoven, om zich te oefenen in geduld, in wachten tot het moment daar is, en klaar te zijn voor echte beproevingen. Ik heb het idee, dat jij en ik door Psychose ook zo uitgedaagd worden, en herhaald, omdat het ooit ‘is begonnen’, je moet met je rug tegen de muur hebben gestaan, om het te snappen. Wat doe je dan?
Psychose gaat nooit helemaal weg en is als ze komt niet altijd een welkome gast
Mijn eerste ervaring met Psychose dateert van meer dan 40 jaar terug en was, behalve euforie en verwondering, diepe angst en verwarring. Ze bleef ‘een raadsel’, en je pakt je leven onbehandeld weer op, met studie en baan. Onzeker, maar vooral beschadigd.
Ik kon niet de oude worden na mijn eerste dispuut met Psychose en ik ontwikkelde ook geen nieuwe ik. Psychose kwam na tien jaar genadeloos terug, en hoewel ik zelf beter kon opschieten met Psychose, zag mijn omgeving dat anders. Ik deed vreemd en sprak niet over mijn innerlijke gedachteoefeningen en extrapolaties, over de samenwerking tussen inzichten en gevoelens. In hoog tempo leerde ik Psychose beter kennen, en transformeerde, het voelde als een ware promotie, het was geen keuze meer. Het vormeloos lichaam, dat mij aanspoorde tot keuzes maken, stond achter mij. In afwachting van actie danste ik door dat lichaam, mijn buitenwereld heen, en werd geconfronteerd met ‘anderen’ die de wijzer van mijn morele kompas probeerden te beinvloeden. Imaginair. Maar, er was angst. Angst, dat anderen hetzelfde bewustzijn hadden met ook zo’n uitslaand kompas of ‘wetenschap’.
Over ‘ik’ en de ‘anderen’
De ggz had mij inmiddels in de houdgreep. Ik had me na veel vijven en zessen overgegeven aan medicatie, en dat beviel slecht. Psychose en ik bleven in eerste instantie goed samenwerken. Ik kon echter beter over deze relatie zwijgen, ondanks dat ik mijn beleving en inzichten graag wilde delen. Ik hield me stil, slikte mijn euforie en enthousiasme in en uiteindelijk verliet Psychose mij, noodgedwongen. Murw gemaakt. Mij fysiek lam en log achterlatend.
Ik moest mijn keuzes alleen maken, in de realiteit, down to earth. Dat ging best redelijk. Ik werd weer als vrijwilliger actief in diverse organisaties. Met mijn therapeut praatte ik wekelijks een uur over mijn wel en wee, mijn vorderingen in het land der levenden. Deze behandelaar leerde mij over ‘ík’ en ‘de anderen’ en hield mij voor dat ik als Psychose in het spel is ‘ik’ en ‘de anderen’ door elkaar haal. Ik vond dat toen een idee om te onthouden, vandaar dat ik het nu, na dertig jaar nog weet en er bij tijde wel eens bij stilsta.
Vreemde inzichten, helderder dan op het eerste gezicht lijkt
Psychose is niet de vijand en zelfs al die ‘anderen’ die zich virtueel met mij bemoeien, omdat Psychose dat wel een mooi fantasyspel vindt, zijn in de realiteit ook niet de vijand. Leer ze kennen.
Ongeveer eens in de tien jaar klopt Psychose bij mij aan de poort. Eigenlijk ben ik nu ongeveer weer aan de beurt. Het enige wat tegenwoordig merkbaar is, is dat ik wat ongeduldig kan zijn, of soms wat fanaat in mijn activiteiten. Ik wil vooral dingen afmaken. Eindelijk weer eens wat afronden. Een verhaal afmaken, over een onderwerp wat feitelijk iedereen aangaat. Iedereen kan zijn of haar Psychose tegenkomen en met hem in gesprek komen of zich gedwongen voelen tot onmogelijke keuzes. Mensen die hun Psychose niet kennen, zouden kunnen luisteren, lezen over inzichten, die misschien wat vreemd overkomen, maar helderder zijn dan ze op het eerste gezicht lijken. Ik heb geen spirituele terminologie nodig om de aard van Psychose te beschrijven. Het spirituele, creatieve, scheppende, is wel iets wat nuttig kan zijn om de kennismaking inhoudelijk wat te verdiepen. Misschien een andere keer.
Lees ook Op de hand wegen van erfelijkheid
Reacties: