Main content

In 2019 startte Hanne (26 jaar) aan een studie psychologie KU Leuven. Daar stelt ze vast dat er een hemelsbreed verschil is tussen wat ze zelf heeft meegemaakt en de stand van zaken in de wetenschap. Gedreven door problemen in de psychodiagnostiek kruipt Hanne in haar pen.

Jarenlang zocht ik naar mezelf. Ik was verward geraakt in een web van mijn eigen gedachten. Ik zag veel dokters, psychologen, opnames en zelfs alternatieve centra. En ik heb geluk: het heeft iets uitgehaald. Vandaag stel ik het namelijk erg goed.

Maar er is iets dat blijft knagen

Iets dat blijft etteren, wat het me vandaag nog moeilijk maakt. Toen ik een tiener was besliste ik dat ik geen psychiatrische diagnose wou. Vandaag schrijf ik deze blog met evenveel diagnoses als psychiaters op zak. Elke diagnose opnieuw moet je je zelfbeeld aanpassen en elke keer opnieuw die verwarring. Ik weet soms nog steeds niet goed wie ik ben. Daarom wil ik mijn kennis en ervaring met jullie delen.

Diagnostiek: goed of slecht?

Diagnostiek kan enorm helpend zijn. Veel mensen voelen zich beter begrepen en geraken hierdoor aan broodnodige hulp. Dat is hoe het hoort te werken. Als dat voor jou zo is, ben ik erg blij dat te horen. Voor mezelf en anderen is psychodiagnostiek echter een zeer beladen thema. Er is een groep mensen die aangeeft dat ze geen tot weinige positieve effecten ervaren. Bovendien kan je soms op wetenschappelijk vlak de gestelde diagnoses in twijfel trekken. Ik merk dat ervaringen vaak terzijde worden geschoven als blijkt dat het gaat om negatieve ervaringen. “Maar we helpen zoveel mensen met diagnostiek” is vaak de redenering. Dat is fantastisch natuurlijk, maar doet geen afbreuk aan zij die ontevreden zijn. In de wet over de rechten van de patiënt staat dat je als patiënt recht hebt op goede wetenschappelijke informatie.

Het is net daar waar het schoentje vaak knelt

Psychologen communiceren een diagnose meestal alsof ze een rechter zijn die een oordeel velt. Ze zijn absoluut zeker van de diagnose en elke vorm van protest wordt weggemoffeld door de gedachte: “je wil het niet aanvaarden”. Ze zien hun diagnose als ware het een biologische ziekte. Toch is er voor bijna alle psychiatrische aandoeningen geen sluitende biologische verklaring.

En wat als je het niet zeker weet?

Ik kan je alvast verklappen: er bestaat niet zoiets als absolute zekerheid. Een frequent gebruikte methode bij psychodiagnostische tests is om te schatten hoe betrouwbaar een testscore is. Meestal maken psychologen daar gebruik van een marge van 95%. De meesten stellen meer dan 100 diagnoses op per jaar en verkondigen die allemaal met een zekerheid van 100 procent. Dat betekent dat ze per jaar tegen minstens vijf mensen een foute score zeggen, terwijl ze tegen alle 100 vertellen dat het de absolute waarheid is. Het is natuurlijk moeilijk om te zeggen dat je het niet zeker weet. Maar die onzekerheid is eigenlijk wel de correcte informatie.

Niet volgens het boekje

Als diagnostiek altijd volgens het boekje gebeurde, dan zou het al een pak beter gaan. Soms gebeurt dat echter niet. Zo is het bijvoorbeeld geen goed idee om mensen in crisis een intelligentietests te laten afleggen. Ze kunnen immers hun werkelijk cognitief vermogen niet goed laten zien door de crisis waar ze in zitten. Wanneer ze hersteld zijn, lukt dat dan plots wel. Binnen de psychodiagnostiek is het zo dat een intelligentietest die teveel beïnvloed wordt door andere dingen dan intelligentie geen goed meetinstrument is. De invloed van een psychische crisis hierop schuiven we echter vaak terzijde.

Het recht op niet-weten

En wat als ik het nu niet wil weten? Binnen psychodiagnostiek bestaat er eigenlijk niet echt een kader daarvoor. Er wordt niet gesproken over cliënten die niet willen weten welke diagnose ze hebben. Hulpverleners testen gewoon vanuit het idee dat dit sowieso goed is voor de cliënt. Zo dagen heel wat cliënten op voor psychologische tests, maar niet altijd volledig uit eigen beweging. Binnen de patiëntenrechten is ook het recht op niet-weten verankerd. Ook dit is dus iets waar je recht op zou moeten hebben, maar veel psychologen weten niet goed wat ze ermee moeten.

Nuance leggen bij een diagnose

Diagnostiek is niet onschuldig, zeker niet als het verkocht wordt als de absolute waarheid. Mensen veranderen van afdeling in een ziekenhuis, krijgen wel of geen hulp en kunnen al dan niet een uitkering krijgen. Mensen die gefrustreerd zijn en zich onbegrepen voelen vormen dan ook geen klein minderheid. Daarom is het belangrijk de nuance te leggen bij een diagnose. Ik pleit niet voor de afschaffing van psychodiagnostiek. Ik zou al die mensen die het helpend vinden dat niet willen ontnemen. Ik pleit vooral voor een meer voorzichtige en genuanceerde communicatie, in lijn met de huidige staat van de wetenschappelijke kennis rond psychodiagnostiek. Dat is niet alleen mijn mening, dat is eigenlijk ook een patiëntenrecht. Ik wil dan ook een dikke pluim geven aan alle psychologen die dit al zeer goed doen, want die zijn gelukkig ook met veel. En voor de anderen: niemand is alwetend en dat is eigenlijk helemaal oké.

  • Deel deze pagina:

Reacties:

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *