Kaat heeft een psychosegevoeligheid. Haar psychiater leerde haar om ‘waakhonden’ in haar omgeving aan te duiden. Mensen die ‘waken’ over haar grenzen. Al beseft ze nu hoe langer hoe meer dat die ‘honden’ ook over hun grenzen moeten waken.
Het is nu zondagochtend, 5 uur ’s morgens. Ik kan niet meer slapen. Er zit al een tijdje een blog in mijn hoofd, en ik moet het nu van me afschrijven om het te kunnen lossen.
Volgens Jacqueline, mijn psychiater, heb ik een ongezien groot sociaal vangnet. Bij mijn ouders ga ik regelmatig op bezoek, of ik neem ons mama mee voor een uitje. Bij hen kan ik mijn ei kwijt, zij zijn altijd bereid om te luisteren en advies te geven. Ze steunen me positief.
Mijn schoonouders komen, sinds mijn laatste psychose, januari 2015, om de 2 woensdagen ons huishouden overnemen. Dan heb ik als het nodig is een ganse dag rust. De laatste tijd kom ik al af en toe uit mijn kamer voor een babbeltje en om wat te helpen. Mijn schoonmoeder kan erg goed luisteren. Ze moet wel voorzichtig zijn om mij feedback te geven, want ik ben geen gemakkelijke. Niemand mag mij vertellen wat ik moét doen of moét laten. Niet eenvoudig. Ze leest op voorhand mijn blogs mee en vult aan.
Dan heb je nog mijn psychiater, alle lof over haar
Bij mijn huisdokter Marleen kan ik ook steeds terecht. Zij is degene die bij mijn eerste psychose in 1999 mee is gereden met de ambulance om mij gerust te stellen. Als de afspraken met mijn psychiater te ver uit elkaar liggen of als ik het moeilijk heb, weet ik dat zij tijd voor me maakt.
En dan heb je nog Jacqueline, mijn psychiater zelf. Alle lof over haar, ik heb al zoveel van haar geleerd. Ze luistert, analyseert, geeft advies. Van haar leerde ik om te werken met ‘waakhonden’.
In elke sociale kring heb ik wel 1 of 2 mensen waar ik heel open over mijn problematiek praat. Zij begrijpen mij, houden mij mee in het oog en waken mee over mijn grenzen. Het zijn mijn waakhonden.
Veerle en Annemie, vriendinnen uit mijn geboortedorp. Sas, Ingrid en Marc, vrienden uit de wijk. Muriel en Ellen, nu ex-collega’s omdat ik met pensioen ben. En natuurlijk mijn ultieme waakhond, Koen, mijn man. Hij is best wel streng voor me. Dat is ook nodig. Hij ziet het als eerste als ik in overdrive ben. Dan zegt hj: ‘Zou je dat wel doen, je hebt weer zoveel gepland. Let erop dat je op tijd naar huis komt. Rust vandaag dan best nog maar wat, … .
Het is nog maar enkele weken geleden dat ik doorheb dat niet alles rond mij draait.
Het is nog maar enkele weken geleden, dat ik doorheb dat niet alles rond mij draait. Ik heb de afgelopen jaren veel van iedereen gekregen, weinig kunnen geven. Maar er is beterschap in zicht. Verschillende van mijn waakhonden moeten zelf op hun grenzen letten (wie niet?). Ik heb nog maar onlangs beseft dat die vrienden ook allemaal werken, een huishouden hebben en een sociaal leven.
In crisis waren ze er allemaal voor mij, dat staat als een paal boven water. Nu het wat beter met me gaat, moet ik niet meer noodzakelijk elke week iemand hebben om me te coachen.
Genieten van vriendschap
Onlangs na een goed gesprek met Marc, weet ik dat ik mijn waakhonden niet teveel verantwoordelijkheid mag in de nek draaien. Als ik nood heb aan een babbel, heb ik zoveel mensen waaruit ik kan kiezen. Dan stuur ik een berichtje, en komt het niet goed uit of past het niet, vind ik altijd wel iemand om mee te praten. en het hoeft ook niet altijd over mijn bezorgdheden te gaan. Dat vertelde mijn vriendin Veerle me. Je kan ook fijn over andere dingen praten met vrienden en plezier maken. Dat had ze gemist bij mij de laatste periode. En ze heeft gelijk. Ik hoef niet steeds op mijn waakhonden terug te vallen. Veerle vertelde: “jouw ultieme waakhond, dat ben jij zelf! Je bent nu al 3,5 jaar in therapie na je laatste psychose, je hebt nu toch al veel bijgeleerd. Jij als eerste moet op jouw grenzen letten, anticiperen op signalen en ze herkennen en erkennen.” Maar ik was zo onzeker en had zo weinig zelfvertrouwen na mijn derde psychose. Ik ben 1,5 jaar daarvoor hypomaan geweest. Op het einde zag ik mijn signalen, maar ik heb ze genegeerd. Ik dacht: met een beetje extra zyprexa (antipsychoticum) zal het wel beter gaan. Ik heb voor iedereen de schijn opgehouden dat het goed met me ging. Ik was tenslotte superwoman! Ik heb mijn signalen verstopt voor iedereen, heb erover gelogen, ook tegenover mezelf. Vnadaar dat ik zo een lange periode van herstel heb nodig gehad.
Nu kan ik met het hand op mijn hart zeggen: ik dénk (ik zeg wel dénk), dat ik geleerd heb. Ook door het bloggen, erover te praten en door mijn sessies met Jacqueline, ik zie alles veel helderder nu. En dus neem ik mee wat Veerle zei. Het was een zure appel maar ik wil ook genieten van mijn vriendschappen. En dus heet deze blog eigenlijk niet langer ‘Ode aan mijn waakhonden’, maar wel ‘Ode aan mijn vriendschappen.’ Dankje aan iedereen die me gesteund heeft, nog steunt, en zal blijven steunen. Dat weet ik. Maar alles in balans.
Kaat
Heb je als mantelzorger ook nood aan steun en lotgenoten, neem een kijkje op familieplatform.be/.
Meer info vind je ook op onze pagina: www.psychosenet.be/naasten/
Reacties: