Main content

Pieter is psycholoog van opleiding en heeft zelf een psychosegevoeligheid. Volgens hem bestaat er bij psychologen een grote terughoudendheid om psychosegevoeligheid te behandelen.

In 1987, net voor ik afstudeerde als psycholoog, werd ik naar een psychiater doorverwezen. Ik had namelijk sterke angstgevoelens dat ik psychotisch zou worden. Ik herinner me nog haarscherp dat hij zijn armen uitstrekte en smalend luidop riep: “Ha, de grote angst van de psychologen, zelf psychotisch worden!” Die man had gelijk, dat was inderdaad de grote angst van vele psychologen en de studenten in die richting.

Psychose in het verdomhoekje

Ik heb nog les gekregen volgens de oude psychoanalytische classificatie: psychische “problematieken” kon men zo onderverdelen in 3 grote groepen, neurose, perversie en psychose. We kregen eigenlijk alleen maar les over de behandeling van die neurose. Daarover waren er succesverhalen te vertellen. Over de behandeling van perversie was men al somberder. Men kon alleen proberen er een neurose van te maken en die dan zo behandelen. Maar bij psychose was er geen behandeling meer mogelijk, behalve medicatie. Die moest dan levenslang geslikt worden. De patiënten mochten blij zijn als ze voor de rest van hun leven kartonnen dozen mochten plooien als daginvulling. Dat kregen we terloops te horen. Het was nauwelijks een issue in onze cursussen. Ook niet in onze contacten onderling. En er  werd zeker nooit over gepraat dat we zelf die gevoeligheid zouden kunnen hebben. Onderhuids woekerde de angst bij sommigen wel sterk. Je kon alleen maar hopen geen psychotische basisstructuur te hebben. Het leek erger te zijn dan een leprapatiënt zijn in de middeleeuwen.

 

Had men mij maar ernstig genomen

Ik bleek gelijk te hebben. Ik had inderdaad een psychosegevoeligheid. Dat die niet herkend werd, heeft me nog lang achtervolgd. Bij de verschillende behandelingen die ik onderging, ging men dikwijls uit van vroegere medische verslagen, die men gewoon van elkaar kopieerde. Ik geraakte erdoor getraumatiseerd. Ik kreeg er ook een conversieproblematiek door, een functioneel neurologische stoornis. Ik had onverklaarbare lichamelijke klachten.

Paniek!

Omdat ik tal van succesverhalen te horen kreeg over EMDR als behandeling van trauma’s, zocht ik de afgelopen jaren uitgebreid naar een EMDR therapeut die mij met die trauma’s én mijn psychosegevoeligheid  in behandeling wilde nemen. Dat was bijna een totale onmogelijkheid. Van zodra de peuten te horen kregen dat er sprake was van die psychosegevoeligheid klapte hun deur dicht. Een keer waren er zelfs al 3 gesprekken gevoerd, toen de psycholoog eindelijk begreep dat ik echt werkelijk psychoses had gehad, waarna de behandeling in paniek werd beëindigd. Meteen na mijn vertrek telefoneerde hij in allerijl naar mijn huisarts, omdat hij vreesde dat ik door dit abrupte einde “domme dingen” zou kunnen doen.

Nog meer paniek!

De afgelopen jaren zijn er ook nieuwe behandelmethodes gekomen voor een functioneel neurologische stoornis. Dat syndroom bleek tot nu toe nauwelijks behandelbaar. Omdat niet iedereen mee is met de nieuwste inzichten daarrond had het heel wat voeten in de aarde voor ik een therapeut vond die dat wel was. De afspraak was al gemaakt. Tot ik een paar dagen geleden  een mailtje kreeg dat die toch niet doorging. De psycholoog verwees me door naar een collega die “meer ervaring” had met psychosegevoeligheid. Die collega bleek evenwel geen enkele expertise te hebben met de behandeling van functioneel neurologische stoornissen. En de behandeling daarvan was net mijn vraag.

Oproep

We zijn nu 2019, 32 jaar later dan toen ik afstudeerde. En ik ben verbaasd dat paniek bij vele psychologen nog steeds de overheersende reactie is als ze te maken hebben met iemand met een psychosegevoeligheid.

Vandaar deze oproep: kalm, heren en dames psychologen! Een psychosegevoeligheid nu is echt niet hetzelfde als lepra in de middeleeuwen toen!

  • Deel deze pagina:

Reacties:

  1. Dit gaat precies over mijn behoefte na mijn langdurige psychose, ik wilde niet alleen maar volgestopt worden met medicatie maar ook behandeling, om de angel uit mijn psychosen te halen, zodat een volgende psychose eventueel anders kon verlopen of niet meer voor zou komen. Er werd mij gezegd dat ik voorzichtig moest zijn, dat psychose weliswaar met trauma te maken kon hebben, maar dat behandeling teveel op zou roepen. Nu ben ik iemand die dat aan zou kunnen vond ik van mezelf, ik vond dat het juist wel nodig was. Pas na 2 jaar mocht ik naar een psycholoog. Tot die tijd was het pappen en nathouden. Nu had die psycholoog weinig ervaring met mensen zoals ik, die verlichtende ervaringen serieus namen en de psychose als een middel zagen om iets in mijn leven te veranderen, me een nieuw wereldbeeld te geven. Wel had zij veel te maken met systemisch werk, maar daar kwam ik minder voor, ook niet voor herprogrammering van mijn denken, maar juist voor de betekenis van mijn wanen en hallucinaties die ik verbond aan vroeger trauma. Ik besloot het heft in eigen hand te nemen en deze onderwerpen bespreekbaar te maken. Ik viond het zeer herkenbaar wat je schrijft, bij het woord psychose wordt er heel voorzichtig gedaan over behandeling, terwijl het juist wel noodzakelijk kan zijn de psychosegevoeligheid en inhoud daarvan o9nder de loep te nemen, zodat volgende psychosen een ander beloop kunnen krijgen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *