Uiteindelijk heb je alles wat je is overkomen een plek gegeven. In je zoektocht om je kwetsbaarheid en je weerbaarheid te leren kennen, heb je veel geleerd. Je kunt jezelf en anderen uitleggen wat er is gebeurd. Je begrijpt hoe je psychose kon ontstaan, en hoe je in balans blijft. Je erkent wat er is gebeurd. Je bent je kwetsbaarheid ontstegen.
Leven voorbij de psychosegevoeligheid betekent niet dat je helemaal symptoomvrij bent. Maar je hebt geleerd dat je psychotische ervaringen en je stemmingswisselingen te maken hebben met je kwetsbaarheid en je weerbaarheid. Ook ontdek je dat de omgeving waar je in zat, op bepaalde gebieden niet goed voor je was. Je weet waar de psychose en de stemmingswisselingen vandaan komen en vooral: dat je er zelf óók invloed op hebt. Stress of angst kunnen bijvoorbeeld een spanningsveld veroorzaken, omdat ze je weerbaarheid verminderen. Net zoals dat bij iederéén gebeurt. Je bent je er van bewust dat je een terugval kunt krijgen. Maar het is óók duidelijk dat er een stijgende lijn zit in je herstel. Je merkt dat het steeds beter met je gaat.
Je bent nu iemand met ervaring
Je hebt geleerd om te gaan met vooroordelen over psychose. Je kunt mythes ontkrachten. Je hebt een visie op de toekomst en je durft zelfs weer te dromen – ondanks het besef dat je je leven van vóór je psychose niet meer helemaal terugkrijgt. Je bent nu zelf iemand met ervaring. Je kunt anderen helpen en inspireren met die ervaringen. Je hebt de regie over je leven terug en je hebt geleerd wat je moet doen (en wanneer) als je uit balans dreigt te raken. Je weet welke rol medicatie kan spelen, en je hebt het gebruik ervan tot een minimum teruggebracht of bent er mee gestopt. Behandeling en therapie hebben je voldoende ondersteund dat je het leven zelf weer aan kan. Hulpverlening kan op de achtergrond aanwezig zijn, maar eigenlijk heb je ze niet meer nodig. Je hebt immers geleerd wat je moet doen als je uit balans dreigt te raken. Mocht het nodig zijn, dan trek je aan de bel.
Voorbeeld
Hans heeft drie keer een psychose meegemaakt. De eerste keer op zijn twintigste, de laatste alweer vijftien jaar geleden. Hij heeft lang gestoeid met deze moeilijke perioden in zijn leven. Nu zijn kinderen het huis uit zijn, kijkt hij met voldoening terug op deze roerige tijden. Met zijn kinderen gaat het goed en ook zelf heeft hij weinig te klagen, behalve over de extra kilo’s die hij door zijn medicijngebruik erbij heeft gekregen.
Hans is acht jaar geleden gescheiden en heel soms voelt hij zich eenzaam. Een nieuwe relatie zou leuk zijn. Toch heeft hij een prettig leven en dat komt ook door zijn werk. Met al zijn levenservaring en opgedane kennis is hij mensen gaan helpen. Hij voelt goed aan wat er echt toe doet en wat een ander nodig heeft. Deze houding probeert hij ook over te brengen op de jongeren waarmee hij nu werkt. In de rol van ervaringsdeskundige gaat hij binnenkort voorlichting geven op middelbare scholen. Daar heeft hij erg veel zin in.