Main content

Het team van het Centrum voor Contextuele Psychiatrie onder leiding van Professor Inez Germeys verzorgt regelmatig een blog over nieuwe ontwikkelingen in de wetenschap op het gebied van psychiatrie in het algemeen en psychose in het bijzonder.

Thomas Vaessen is postdoctoraal onderzoeker binnen het Centrum voor Contextuele Psychiatrie. Zijn onderzoek richt zich vooral op de rol van stress en herstellen van stress binnen psychiatrische ziektebeelden.

Wanneer is stress slecht voor ons?

Dat stress gevaarlijk kan zijn voor de psychische gezondheid blijkt uit veel wetenschappelijke studies. Een teveel aan stress is – vooral bij kwetsbare personen – gelinkt aan het ontstaan en verergeren van angstklachten, stemmingsklachten, en psychoseachtige ervaringen. Maar hoe werkt dat? En waarom krijgt niet iedereen klachten van stress?

Link tussen stress en psychose

Binnen het Centrum voor Contextuele Psychiatrie wordt onderzoek gedaan naar de link tussen stress en het ontstaan van psychische klachten. We kijken daarbij vooral naar ervaringen in het alledaags leven, omdat juist hier de klachten ontstaan. Zo hebben we gevonden dat mensen met een verhoogde kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van een psychose sterkere negatieve emoties ervaren wanneer zo’n stressvolle situatie zich voordoet dan mensen zonder deze kwetsbaarheid, en dat deze negatieve emoties psychoseachtige ervaringen kunnen uitlokken. We zien ook dat ze veel meer tijd nodig hebben om van deze stressvolle situaties te herstellen: de negatieve emoties houden gemiddeld drie uur langer aan bij mensen met dan bij mensen zonder een dergelijke psychotische kwetsbaarheid. Hoe kan dat?

Link met emotieregulatie

We hebben in een recent onderzoek mensen met een psychotische kwetsbaarheid gevraagd om een computertaakje te doen terwijl we hun hersenactiviteit registreerden door middel van functionele magnetische-resonantie beeldvorming. Tijdens dit computertaakje moesten de studiedeelnemers onder tijdsdruk moeilijke rekensommen oplossen. Deze taak had als doel het opwekken van de stressrespons, zonder dat de deelnemers daar op voorhand van op de hoogte werden gebracht. We vergeleken de activiteit in de hersenen tijdens het doen van de stressvolle taak met de activiteit tijdens het doen van een niet-stressvolle taak. Op die manier konden we zien wat er gebeurt in de hersenen wanneer mensen stress ervaren. En wat we zagen was dat er een verband was tussen hoe gestrest de deelnemers zich voelden en hersenactiviteit in de ventromediale prefrontale cortex (vmPFC) – hoe stressvoller de taak was, des te minder activiteit we zagen. De vmPFC is een hersengebied dat onder andere actief is wanneer we proberen om onze emoties te reguleren. Tijdens stress wordt deze activiteit echter onderdrukt: de stressvolle situatie eist alle aandacht op en er is even geen ruimte voor het reguleren van emoties. Echter, we zagen ook dat een aantal deelnemers geen reactie toonden in dit hersengebied. Dit kan erop wijzen dat deze deelnemers de taak niet stressvol genoeg vonden en daarom geen reactie toonden. Het zou echter ook kunnen betekenen dat deze deelnemers al veel stress ervoeren tijdens de niet-stressvolle taak en dat activiteit in dit hersengebied continu onderdrukt werd, ongeacht de taak. En inderdaad, deze deelnemers gaven aan zich even gestresseerd te voelen voor aanvang van de taak als tijdens de stresstaak. Waar deze resultaten dus op lijken te duiden, is dat mensen die veel stress ervaren ongeacht de situatie, hersenactiviteit in de vmPFC continu te onderdrukken en daardoor minder goed in staat zijn om hun emoties te reguleren.

Om dit verder te onderzoeken zijn we gaan kijken hoe deze deelnemers omgaan met dagelijkse stressoren. De deelnemers die hersenactiviteit in de vmPFC onderdrukten tijdens de stressvolle taak, maar niet tijdens de niet-stressvolle taak, ervoeren negatieve emoties tijdens stressvolle dagelijkse gebeurtenissen maar niet wanneer er zich geen stressvolle situatie voor deed. Echter, de deelnemers waarbij we geen verandering zagen in hersenactiviteit, wellicht omdat zij zich continu gestresseerd voelden, ervoeren continu meer negatieve emoties in het dagelijks leven, ook wanneer de situatie niet stressvol was. Die continue stress zorgt er dus voor dat ons brein niet in staat is om negatieve emoties te reguleren, met als gevolg aanhoudende negatieve emoties.

En nu?

Een goede emotieregulatie is erg belangrijk voor de mentale gezondheid, maar dat is erg lastig als je continu stress ervaart. Steeds meer behandelvormen zijn daarom gericht op het leren omgaan met vervelende gevoelens en gebeurtenissen. Een voorbeeld daarvan is ‘acceptance and commitment therapy’ (ACT), waarbij het doel is om ongewenste gevoelens en gebeurtenissen niet proberen weg te stoppen of te vermijden, maar om ze te accepteren. Hoe dit werkt kunt u lezen in deze blog van mijn collega Evelyne van Aubel die onderzoek heeft gedaan naar de effectiviteit van ACT bij mensen met een verhoogde kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van een psychose. De eerste resultaten zijn alvast veelbelovend.

Conclusie

Stressvolle alledaagse situaties kunnen negatieve emoties uitlokken. Door ze uit de weg te gaan vermijden we deze consequenties op de korte termijn. Willen we echter weerbaarder worden voor de toekomst, dan zullen we deze situaties in het dagelijks leven moeten aangaan en leren er op een goede manier mee om te gaan.

 

  • Deel deze pagina:

Reacties:

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *