De DSM-5 waarschuwt nadrukkelijk dat we niet moeten denken dat het bij schizofrenie gaat om een objectieve, vast omschreven ziekte. Dat kan ook niet, want de criteria voor de diagnose veranderen met elke revisie van de DSM en elk internationaal classificatiesysteem heeft zijn eigen criteria voor schizofrenie.
Tot 2013 werd nog onderscheid gemaakt in vijf subtypen van schizofrenie: het paranoïde, gedesorganiseerde, katatone, chronische type en ongedifferentieerde type. Inmiddels zijn wetenschappers het er over eens dat er geen duidelijke verschillen zijn tussen de vijf subtypen en zijn deze in de nieuwste versie van de DSM dan ook geschrapt. In plaats daarvan wordt nu gesproken over een schizofreniespectrum.
Schizofreniespectrum
De term ‘schizofreniespectrum’ geeft aan dat schizofrenie en daaraan verwante stoornissen (schizo-affectief, schizo-freniform, etc) een spectrum vormen. Het gaat dus niet om één vast omschreven ziektebeeld, maar een spectrum waarbij psychotische symptomen variëren in ernst, aantal en duur. Deze symptomen kunnen op een schaal geplaatst worden die loopt van ‘normaal functioneren’ tot ernstig psychotisch. Waar iemand met een diagnose schizofrenie op dat spectrum zit, verschilt van individu tot individu. En hoe iemand zich vervolgens op deze schaal beweegt, is net zo goed niet met zekerheid te voorspellen, noch voor iedereen hetzelfde.
‘Schizofrenie’ zegt helemaal niets over hoe het met iemand is, of wat hij nodig heeft. Het probleem van deze diagnose is dat het beeld is gevormd alsof dat wel zo is. Namelijk: dat schizofrenie een ernstige hersenafwijking is waar niet mee valt te functioneren, en dat dit waar is voor iedereen met deze diagnose.
Psychosespectrum
De diagnose ‘schizofrenie’ is een concept op basis van afspraken tussen psychiaters, geen objectieve en vaststaande ziekte. Dat kan ook helemaal niet, want de diagnose verandert steeds over de tijd en wordt in verschillende classificatiesystemen (DSM en ICD) op verschillende manieren gedefinieerd.
Wij spreken niet over schizofrenie, maar over het psychosespectrumsyndroom of Psychosis Susceptibility Syndrome, afgekort als PSS. Deze benaming geeft direct weer dat het niet om één vaststaande ziekte gaat, maar om een breed spectrum van symptomen.
Bij psychose gaat het om een mix van verschillende symptomen zoals wanen, hallucinaties, problemen met aandacht en geheugen, depressie of manie. Deze mix verschilt per individu; de ene psychose is de andere niet. Er is dus een breed spectrum van hoe psychosegevoeligheid zich kan uiten.