Wat verstaan we onder ‘sociaal functioneren’ en hoe beïnvloedt het de ontwikkeling van psychische klachten op latere leeftijd? Onderzoeker Robin licht toe.
Ik, jij, wij: wat betekent het om sociaal te zijn?
“No man is an island, entire of itself” – John Donne, 1624
Geen mens kan zonder mensen. Om succesvol door de wereld te navigeren zijn we allemaal afhankelijk van anderen om ons heen, en de relaties die we aangaan met familieleden, partners, vrienden, en collega’s bepalen voor een groot gedeelte hoe we onszelf zien en definiëren. Onze sociale situatie vormt een belangrijk onderdeel van ons algehele welzijn. Dit is dan ook de reden dat binnen de psychologie en psychiatrie idealiter niet alleen wordt gefocust op de vermindering van psychische klachten, maar dat ook wordt gekeken naar iemands sociaal functioneren.
Wat bedoelen we met sociaal functioneren?
Om het sociaal functioneren te vergroten, moeten we eerst een belangrijke vraag beantwoorden: wat bedoelen we er eigenlijk mee? Ondanks dat het een veelgebruikte en intuïtief aansprekende term is, is er binnen de wetenschap nog geen duidelijke consensus over wat ‘sociaal functioneren’ behelst. Wat wel gezegd kan worden is dat er meer objectieve en meer subjectieve factoren aan te duiden zijn.
Een objectieve benadering
Objectieve factoren zijn dingen die relatief gemakkelijk te meten zijn, en die vooral te maken hebben met de hoeveelheid en type sociaal contact, zoals bijvoorbeeld het aantal vrienden, of het hebben van een romantische partner, baan, of hobby’s. Zulke factoren zijn binnen de psychiatrie dan ook een groot onderdeel binnen de vragenlijsten die als doel hebben om iemands sociaal functioneren te vangen.
Haken en ogen
Ondanks dat het snel een helder beeld geeft van iemands sociale situatie, zitten er toch haken en ogen aan deze objectieve benadering. Zo wordt er geen rekening gehouden met bijvoorbeeld de individuele behoefte van iemand om een romantische partner of veel vrienden te hebben, of het feit dat iemand die werkloos is relaties kan hebben die van een veel hogere kwaliteit zijn dan die van iemand met een fulltimebaan. Ook is het niet voor iedereen realistisch of haalbaar om een baan of partner te vinden.
Subjectieve aspecten
Voor een completer beeld van iemands sociaal functioneren is het nodig om ook subjectieve factoren in kaart te brengen. Deze factoren gaan meer over de ervaren kwaliteit van relaties, in plaats van de kwantiteit. Ze betreffen de gedachtes en gevoelens over sociale interacties, en niet alleen de hoeveelheid ervan. Een dergelijke, meer volledige definitie is nodig om juist die aspecten in kaart te brengen die voor het individu het meest relevant zijn. Dit wordt ook gereflecteerd in het feit dat er binnen de meeste recente therapievormen juist wordt gefocust op de individuele interpretaties van een (sociale) situatie. Op die manier wordt meer controle gelegd bij de cliënt zelf.
Toepassing in onderzoek
Deze blik is niet alleen nuttig binnen de kliniek, maar ook voor wetenschappelijk onderzoek. Binnen het SIGMA-project van het Centrum voor Contextuele Psychiatrie willen we in kaart te brengen wat er nu precies gebeurt in de sociale wereld van Vlaamse jongeren. Hiervoor bevragen we deelnemers in hun dagelijks leven meerdere keren per dag. We vragen dan niet alleen met wie ze zijn, maar bijvoorbeeld ook hoe ze zich voelen in dat gezelschap, of ze zich veilig voelen bij de mensen om zich heen, en of ze liever alleen zouden zijn. Op die manier proberen we een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de sociale situaties die zich van dag tot dag afspelen in de levens van adolescenten. Uiteindelijk willen we deze informatie kunnen gebruiken om te voorspellen welke aspecten van sociaal gedrag voorspellend zijn in de ontwikkeling van latere psychische klachten. Binnen mijn eigen onderzoek ben ik bezig met de eerste stap in het begrijpen van dit proces. Wat ik gevonden heb, is dat de kwaliteit van de relatie met je ouders niet zozeer bepaalt hoeveel je in sociale situaties terechtkomt, maar wel hoe je sociale situaties waardeert. De volgende stap gaat zijn om deze verschillende aspecten te relateren aan daadwerkelijke klachten.
Wil je meer weten over dit SIGMA-project? Lees dan de blog van mijn collega Karlijn Hermans, of volg ons op Twitter.
Robin Achterhof (Twitter: @robinachterhof) is doctoraal onderzoeker binnen het Centrum voor Contextuele Psychiatrie. Zijn onderzoek richt zich vooral op de rol van sociale relaties met ouders en leeftijdsgenoten in de ontwikkeling van psychopathologie.
Het team van het Centrum voor Contextuele Psychiatrie onder leiding van Professor Inez Germeys verzorgt een tweewekelijkse blog over nieuwe ontwikkelingen in de wetenschap op het gebied van psychiatrie in het algemeen en psychose in het bijzonder. (www.ccp-leuven.be; Center for Contextual Psychiatry; twitter: @ccp-leuven; @inezgermeys; @reskarlijn)
Reacties: