Main content

Het boek ‘An Emotional Education‘ (The school of life/Alain De Botton) gaat over hoe je je emoties kunt begrijpen. Iets wat je nooit op school leert, maar wat helaas wel noodzakelijk is om een verstandig en goed leven te leiden.

François De Waal vertaalt voor ons enkele onontbeerlijke citaten en wil een aantal inzichten uit het boek met ons delen.

Emotioneel inzicht

Alain de Botton vertelt eerst hoe goed wij zijn in onderwijs, in het succesvol overbrengen van echt allerlei soorten kennis. Maar wat hij opvallend vindt is “hoe selectief we zijn in de onderwerpen waarvan we vinden dat we ons erin moeten onderwijzen. Onze energie is overwegend gericht op materiële, wetenschappelijke en technische onderwerpen en niet op psychologische en emotionele onderwerpen. We maken ons veel zorgen over de vraag hoe goed de volgende generatie zal zijn in wiskunde, maar heel weinig zorgen over hun vaardigheden op het gebied van intieme relaties of vriendelijkheid. We besteden buitensporig veel uren aan het leren over tektonische platen en wolkenformaties en relatief weinig aan het doorgronden van schaamte en woede.
We nemen aan dat emotioneel inzicht onnodig of in essentie niet aan te leren is, dat rede noch methode er vat op heeft, iets dat het beste kan worden overgelaten aan het instinct en de intuïtie van elk individu. Het wordt aan ons overgelaten om onze eigen weg te vinden rond onze onwaarschijnlijk gecompliceerde geest – een idee dat net zo opvallend (en verstandig) is als suggereren dat elke generatie zelf de wetten van de natuurkunde moet herontdekken.

Romantiek

Dat we zo positief denken over ongetrainde intuïtie komt omdat we (misschien zonder het te beseffen) de verwarde erfgenamen zijn van wat beschreven kan worden als een Romantische kijk op emoties. De Romantiek, die in de achttiende eeuw in Europa begon en zich sindsdien overal verspreidde, heeft zich heel erg toegelegd op het in twijfel trekken van de noodzaak om de rede toe te passen op het gevoelsleven, en gaf er de voorkeur aan om spontane gevoelens een onbelemmerde rol te laten spelen.
De Romantiek heeft ons aangeraden om ons bij de keuze van onze huwelijkspartner te laten leiden door onmiddellijke aantrekkingskracht. We worden aangespoord om ons werk te kiezen door naar ons hart te luisteren. We worden vooral aangespoord om nooit te veel na te denken, want de koude rede mag de wijsheid van het gevoel niet onderdrukken.

De resultaten van de Romantische filosofie zijn overal zichtbaar: exponentiële vooruitgang op materieel en technologisch gebied in combinatie met een verbijsterende stagnatie op psychologisch gebied. We zijn net zo slim met onze machines en technologieën als dat we dom zijn in het beheer van onze emoties. Qua wijsheid zijn we niet veel verder dan de oude Sumeriërs of de Picten. We hebben de technologie van een geavanceerde beschaving die wankel balanceert op een emotionele basis die niet veel ontwikkeld is sinds we in grotten woonden. We hebben de verlangens en de vernietigingsdrift van primitieve apen die in het bezit zijn gekomen van thermonucleaire kernkoppen.

Emotionele intelligentie

Emotionele intelligentie blijft een eigenaardig klinkende term, omdat we vastgeroest zitten in het denken over intelligentie alsof het één ding is, in plaats van wat het eigenlijk is: een containerbegrip voor wat in feite een reeks vaardigheden is, gericht op een aantal verschillende uitdagingen. Er is wiskundige intelligentie en culinaire intelligentie, intelligentie rond literatuur en intelligentie ten opzichte van dieren. Wat zeker is, is dat er niet zoiets bestaat als een overwegend intelligent of een volledig dom persoon. We zijn allemaal verbazingwekkend goed in het verprutsen van ons leven, ongeacht het prestige van onze universitaire diploma’s, en zijn nooit te beroerd om een oprechte bijdrage aan dat verprutsen te leveren, hoe bijzonder competent we ook kunnen zijn op een bepaald gebied.

Als we het hebben over emotionele intelligentie, dan bedoelen we – eerder humanistisch dan wetenschappelijk – dat iemand de belangrijkste componenten van emotioneel functioneren begrijpt. We verwijzen naar hun vermogens van introspectie en communicatie, om de stemmingen van anderen aan te voelen en om met geduld, vriendelijkheid en verbeelding om te gaan met de minder verheffende momenten van de mensen om hen heen. De emotioneel intelligente persoon weet dat liefde een vaardigheid is, geen gevoel, en dat liefde vertrouwen, kwetsbaarheid, vrijgevigheid, humor, seksueel begrip en selectieve berusting vereist. De emotioneel intelligente persoon gunt zichzelf de tijd om te bepalen wat zijn werk zin geeft en heeft het vertrouwen en de vasthoudendheid om te proberen een compromis te vinden tussen zijn innerlijke prioriteiten en de eisen van de wereld. De emotioneel intelligente persoon weet hoe hij kan hopen en dankbaar kan zijn, terwijl hij standvastig blijft tegenover de in wezen tragische structuur van het leven. De emotioneel intelligente persoon weet dat hij slechts op enkele gebieden en op bepaalde momenten mentaal gezond zal zijn, maar is vastbesloten om zijn tekortkomingen te begrijpen en anderen daar tijdig, met verontschuldigingen en charme, voor te waarschuwen.

Aanhoudende tekortkomingen in emotionele intelligentie zijn helaas geen kleinigheid. Er zijn maar weinig rampen, in ons eigen leven of in de relaties tussen landen, die niet uiteindelijk hun oorsprong vinden in emotionele onwetendheid.
(…)

Imperfectie

De grootste vijand van hedendaagse tevredenheid is misschien wel het geloof in de perfectie van de mens. We worden tot collectieve woede gedreven door het ogenschijnlijk vriendelijke maar in werkelijkheid verwoestende idee dat het binnen onze natuurlijke mogelijkheden zou liggen om volledig en blijvend gelukkig te zijn. Duizenden jaren lang wisten we wel beter. We waren misschien bijgelovig en goedgelovig, maar niet gelovers in volledig en blijvend gelukkig zijn. Alle substantiële inspanningen – trouwen, kinderen opvoeden, carrière maken, politiek bedrijven – werden gezien als bronnen van enorme ellende. Het boeddhisme beschreef het leven zelf als een lijdensweg, de Grieken benadrukten de tragische structuur van elke menselijk onderneming en het christendom interpreteerde ieder van ons als getekend door een goddelijke vloek.
Het begrip ‘erfzonde’ werd voor het eerst geformuleerd door de filosoof Sint Augustinus in de nadagen van het Romeinse Rijk. Het benadrukte dat de mensheid intrinsiek, in plaats van per ongeluk, gebrekkig was. We lijden, voelen ons verloren en geïsoleerd, gaan gebukt onder zorgen, weten niet wat onze eigen talenten zijn, weigeren liefde, hebben geen empathie, mokken, zijn geobsedeerd en haten. Dit zijn niet slechts persoonlijke gebreken, maar vormen de essentie van het menselijk dier. We zijn gebroken wezens en dat zijn we al sinds onze verdrijving uit de Hof van Eden, verdoemd door peccatum originale – om de klinkende Latijnse uitdrukking te gebruiken. Zelfs zonder de precieze details van Augustinus’ logica te onderschrijven, kunnen we zijn conclusie waarderen.

Dit zou niet moeten voelen als een bestraffende observatie, maar meer als een bevrijding van de druk van 200 jaar wetenschappelijk geautoriseerd geloof in de mogelijkheid van vooruitgang.

Er kunnen geen ‘oplossingen’ zijn, er is geen zelfhulp die onze problemen helemaal wegneemt. Waar we op zijn best naar kunnen streven is troost – een woord dat veelzeggend weinig glamour uitstraalt. Geloven in troost betekent dat je genezing kan vergeten; het betekent accepteren dat het leven eerder een hospice is dan een ziekenhuis, maar wel een hospice dat we zo comfortabel, interessant en vriendelijk mogelijk willen maken.

Begrip en kameraadschap

Een filosofie van troost leidt ons naar twee belangrijke remedies: begrip en kameraadschap. Dus begrijpen wat ons probleem is en weten dat we er niet alleen voor staan. Begrip laat de pijn niet op magische wijze verdwijnen, maar dat begrip kan wel verhinderen dat die pijn je meesleurt in verdere ellende. We weten tenminste wat ons kwelt en waarom. Onze ergste angsten worden in toom gehouden en tranen kunnen worden omgezet in bittere kennis. Het helpt ook enorm om te weten dat we in goed gezelschap zijn. Ondanks de opgewekte toon van onze maatschappij in het algemeen, is er troost in de ontdekking dat iedereen, thuis in zijn eentje, natuurlijk net zo verbijsterd en bedroefd is als wij. Weten dat we niet de enigen zijn is geen leedvermaak, maar gewoon een enorme opluchting.


François de Waal werkte als tv-maker en jurist. Hij werkt nu als ervaringsdeskundige bij de Depressie Vereniging en blogt op regelmatige basis over zijn ervaring met depressie. Voor bovenstaande vertaalde lange citaten uit het boek An Emotional Education gaf de uitgever toestemming omdat het boek niet vertaald zal worden in het Nederlands.

Meer blogs lezen van François de Waal kan via deze link

Download de brochure Leven voorbij depressie

  • Deel deze pagina:

Reacties:

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *