Kaat heeft een psychosegevoeligheid. Op haar 47ste ging ze op aanraden van man en psychiater op vervroegd pensioen. Dat was even slikken. Kaat vertelt.
Gat in de boter
Ik voel me terug een beetje superwoman… Ik ben met mijn gat in de boter gevallen. Ik ben op mijn 47ste op vervroegd pensioen. Ik heb 18 jaar met hart en ziel in het kleuteronderwijs gestaan. Ik ben 15 jaar zorgcoördinator geweest. En volgens mijn collega’s, directies en ouders was ik daar erg goed in. En bescheiden gezegd, ik vind dat ook.
Job als enige mogelijkheid
Toen mijn man Koen me vorig jaar voorstelde om met pensioen te gaan, was ik eerst verongelijkt en strijdvaardig. Ik ga ooit nog terug werken, dacht ik toen. Ik wilde nog iets betekenen voor de maatschappij! Ik dacht toen dat mijn job daar de enige mogelijkheid voor was. Ik dacht toen ook dat ik hem de rest zou verwijten dat ik van hem moest stoppen met werken. Ik heb de weken nadien veel nagedacht en gepraat met iedereen. Jacqueline, mijn vaste psychiater, vond het ook een goed idee. Ze zei me dat ik als ik terug zou gaan werken, ik weer alles van mezelf ging geven. En ze kon me niet garanderen dat ik geen psychose meer zou doormaken. Ondertussen heb ik mijn vervroegd pensioen al aanvaard. Het is een rouwproces geweest, maar ik heb er vrede mee.
Iets betekenen
Ik kan er zijn voor mijn gezin. Ik heb terug een uitgebreid sociaal leven. Ik kan leuke dingen doen. Ik ben nu een gezinsmanager. Boodschappen doen, iedereen voorzien van eten en kleren, het huis opruimen … . Ik doe ook vrijwilligerswerk bij het OCMW van mijn dorp. Ik rijd rond met minder mobiele,meestal oudere mensen. Verstand op nul en sjouwen. Met of voor hen gaan winkelen, hen naar de kapper, de kinesist, het ziekenhuis brengen en halen Dat was een eerste, gemakkelijke stap om terug iets te betekenen in de maatschappij.
Ondertussen ben ik ook buddy bij Buddywerking Vlaanderen. Zij zorgen voor mensen die door hun psychische kwetsbaarheid in een isolement zijn geraakt. Ik ben nu buddy van 2 fantastische deelnemers. Om de 2 á 3 weken spreken we af. Met de éne maak ik culturele uitstapjes, we gaan naar de markt of shoppen. We gaan ook graag samen iets drinken. Met de andere ga ik voornamelijk wandelen. Buddy zijn betekent veel voor mij. Praten met lotgenoten helpt en doet ook voor mij deugd. Met hartelijke dank aan Sandy van buddywerking Vlaanderen voor het zoeken van twee goeie matchen!
Ervaringswerk
Ik heb ook aan een universitair onderzoek meegewerkt over psychose. Dat heeft me geleerd dat ik eigenlijk best al ver sta in mijn herstel, dat is een fijn gevoel. Ik heb aan dat onderzoek er ook een hele fijne vriendin aan overgehouden. Liesbet heeft bij Uilenspiegel een opleiding gevolgd om ervaringsdeskundige of ervaringswerker, zoals ze dat daar liever noemen, en is nu werkzaam in de sector. Daar heb ik veel bewondering voor. Het is echt een fijne, warme dame.
Ik maak me op om in september ook die opleiding te gaan volgen. Wel met hele nauwe opvolging van Jacqueline, want september is de start van het nieuwe schooljaar en de ervaring leert me dat ik dan weer de neiging heb om erover te gaan.
Opjes en afjes
Ach ja, dat klinkt nu wel allemaal rozengeur en maneschijn, maar ik heb nog steeds opjes en afjes. Al de dingen die ik hierboven schrijf, zijn vrijblijvend. Als het me even niet afgaat, kan ik altijd uitstellen. Ik kan dat allemaal ten gepaste tijde aan, omdat ik zoveel rust inbouw in mijn dag. Mijn lichaam en geest vertellen me wanneer ik moet rusten. Als mijn bovenrug en nek pijn en vermoeid aanvoelen, weet ik dat ik teveel heb gehost van hier naar daar. Als mijn gedachten flitsen van hier naar daar of als ik slecht slaap (dat gaat meestal samen) weet ik dat ik moet rusten.
‘Ik stuit zelden op onbegrip’
Ik kan afspraakjes maken overdag met vrienden die tijd hebben om te lunchen, ik spreek veel af met mijn moeder. Op feestjes ga ik door als ik moe ben, al is dat dan al om 10 uur. Ik stuit zelden of nooit op onbegrip. Dat was in het verleden wel anders. Ik ga heel vroeg slapen. Maar ik kan evengoed naar een feestje gaan en wel tot 2u ’s nachtsdoorgaan, al gebeurt dat niet vaak. Dat moet ook niet. Ik heb wel moeten leren dat ik niet het middelpunt van de wereld meer ben. Dat kon je misschien al lezen in één van mijn vorige blogs.
Dankbaar
Mijn beste vrienden zijn er in het begin ontzettend voor me geweest. Ze maakten tijd vrij voor een babbeltje over mijn genezingsproces. Dat is nu niet meer nodig. Al kan ik nog wel terecht bij hen als het nodig is. En daar ben ik dankbaar voor. En mijn psychiater Jacqueline en mijn man Koen zijn er ook nog.
Opjes en afjes, story of my life. Dat is nu eenmaal dat bipolaire stoornisje dat ik heb. Een foutje in mijn hersenen. Daar leer ik mee leven. Niks moet, alles kan. Ik ken mijn valkuilen. Ik ga niet over mijn grenzen. En als ik nood heb aan rust, neem ik die zonder schuldgevoelens. Een positief verhaal dus! Ik doe ertoe!
Liefs, Kaat.
Wat een vlotte pen heb jij. Het stukje leest als een trein en geeft me rust en het gevoel er ook toe te doen , op welke manier dan ook. Ik probeer er altijd te zijn voor mijn dochter, familie en hondje en dat is genoeg voor nu. Kleine stapjes moet ik zetten en wat vind ik dat soms erg. Maar acceptatie geeft ook weer extra energie heb ik al gemerkt. Het is nog een werkpuntje, maar ik heb tijd… Bedankt voor jouw blogbijdrage. Het was een genot om te lezen 🙂